Maandelijks archief: december 2015

Jaaroverzicht der projectaandrijving 2015

Hoe kun je tot een jaaroverzicht komen, als je er een half jaar uit hebt gelegen? Dat is de vraag. Nou, misschien door dat half jaar te betrekken bij het jaaroverzicht want het is in zakelijk opzicht wel bepalend geweest voor 2015. Nogal. Het past dan ook om daar op terug te blikken. Ik eindigde mijn jaaroverzicht 2014 met de woorden: “ik wens iedereen een fantastisch nieuw jaar toe, met veel gelukkige momenten in goede gezondheid.” Dat ging al snel mis, voor mezelf.

Guillain Barré

Het heette dus het Guillain Barré Syndroom, waar ik ineens eind januari mee geconfronteerd werd. Tenen begonnen te tintelen (dat doen ze nu nog steeds), raar gevoel op de huid en in de mond, ontzettende pijn in de rug ’s nachts en eenmaal in het ziekenhuis begon ik te wankelen op mijn benen en viel mijn rechter gezichtshelft een beetje uit (maar een beetje is genoeg voor de nodige bezorgdheid, kan ik je melden). GBS is een aandoening aan het centrale zenuwstelsel, getriggerd door een lichaamseigen reactie op een virus of infectie, in mijn geval de gewone griep.

Dus daar lig je dan. Carnaval ging aan me voorbij, dat was de eerste tegenvallende conclusie. Maar ineens zit je dus ook zonder werk, zonder inkomen. Dat is het moment dat je wél blij bent met de Arbeidsongeschiktheidsverzekering, in tegenstelling tot al die maanden daarvoor sinds 2011. De uitkering is geen vetpot, maar het is tenminste iets. Want als je als zzp’er niet kunt werken, komt er gewoon niks binnen. En niks is weinig. Het gaf me in ieder geval genoeg ademruimte om goed te werken aan mijn herstel, dankzij de inspanningen van alles en iedereen op Blixembosch, dankzij mijn naaste omgeving en dankzij mezelf want daar begint en eindigt het.

“Ik doe nu alles weer”, is mijn mantra als mensen mij belangstellend vragen hoe het gaat. Dat leidt soms tot wat extra vermoeidheid of hoofdpijnen die ik eerder niet voelde, het ligt aan de omstandigheden. Kwestie van goed blijven doseren en via sport het lichaam blijven trainen (de leden van Badmintonclub De Mortel plukken inmiddels wekelijks de vruchten van dit inzicht). De revalidatie-arts meldde me dat het bij Guillain Barré twee tot drie jaar duurt voordat alle symptomen helemaal weg zijn. Daar houd ik me wel aan vast als het weer een keer ietsje minder gaat. En als ik terugdenk aan het allerbeginste begin, dan ben ik toch gigasprongen vooruit gegaan. Ik kan nu weer rennen bijvoorbeeld, iets dat helemaal niet meer ging (tot lachens toe van omstanders); en ik zit niet meer scheel achter de computer na een kwartier of zo. Daaraan blijven terugdenken is wel een goede oppepper.

Opdrachten

Maar goed, ondertussen had ik natuurlijk wel een paar opdrachtgevers die iets van mij verwachtten. Ze hebben zich eigenlijk stuk voor stuk heel geduldig getoond na het horen van het nieuws. Ik kon wat dat betreft mijn tijd nemen om te herstellen, en langzaamaan de boel weer opbouwen. Sinds de zomervakantie ben ik ook echt weer fulltime aan de slag. Het maakt dat projecten wel vertraging hebben opgelopen; vervelend, maar het is niet anders. Zulke dingen maak je mee.

Het oppakken van de draad gebeurt met kleine successen en ‘minor setbacks’ wat betreft de klussen die ik onder mijn hoede heb. Oftewel: zoals vanouds. Met een goed gevoel kijk ik naar mijn projecten in De Mortel, die over het algemeen vlot lopen al hoop ik van ganser harte dat Plan Zuid in 2016 écht concreet kan worden (het wordt simpelweg de hoogste tijd). Ik heb op het vlak van de ruimtelijke ordening en contacten met opdrachtgevers en gemeenten weer het nodige opgestoken, waarover ik al in eerdere blogs verhaald heb. Het is niet allemaal even verheffend geweest, maar ik heb mijn aandeel in ieder geval weer mogen hebben in de ordening van ons land.

Ik wil iedereen die ik ben tegengekomen in zakelijk verband bij deze bedanken voor de steunbetuigingen en het geduld tijdens mijn ziekte en hoop dat we elkaar in 2016 in goede gezondheid, onder gelukkige omstandigheden en met het vizier vooruit tegen zullen komen.

Fijne jaarwisseling en een goed begin. Mocht je je bij dit laatste niets kunnen voorstellen, overweeg dan vrijdagavond een trip naar café ’t Anker in De Mortel, waar wij voor de tweede keer een prachtige live bandkaraoke organiseren. Vorig jaar een topavond, en we willen dat graag herhalen!

Casper

Resultaten zien: Hallo Jumbo!

IMG_8585Drie jaar geleden vroeg de ondernemer van de C1000 in Bakel mij of ik iets kon betekenen in zijn plan om de supermarkt te verplaatsen naar een door hem aangekochte locatie buiten het centrum. Na meermaals pogingen te hebben ondernomen om ter plekke uit te breiden of binnen het centrum te verhuizen zag hij dit als uiteindelijke oplossing voor zijn ruimtetekort. Mijn rol zou moeten bestaan uit het stroomlijnen van de processen richting gemeente. Uiteraard ben ik daar graag op ingegaan. De nieuwe Jumbo ging vorige week open.

Team

In de afgelopen drie jaar heb ik een bescheiden rol gespeeld in een team van mensen, die allen hun specifieke kennis of kwaliteit hebben ingebracht in het proces. Ik zeg bewust ‘bescheiden’, want het is voorwaar geen sinecure geweest om alle elementen in elkaar te laten vallen. Toen ik nog bij de gemeente werkte heb ik al eens mogen merken dat de wereld van de supermarkten zijn eigen dynamiek kent en dat hebben we geweten. Dat kon ik soms alleen maar vanaf de zijlijn zien gebeuren, al kom je ook echt wel tot zinvolle bijdragen door goed te luisteren, lezen en analyseren, ook al betreft het hogere detailhandelskunde. Juist in een divers teamverband leverde dat mooie discussies op die de hersenen aan het werk zetten (en daar hou ik van!).

Vrij snel kwam ik erachter dat het niet zomaar een verplaatsing van een supermarkt was. Er kwam zoveel meer bij kijken, meer dan een bestemmingsplannetje of vergunninkje in ieder geval. Dat veel grotere verhaal ziet niemand en dat hoeft ook niet. Het stemt bescheiden om dat eens van dichtbij te zien en doet je wel nadenken over simpele meningen in zijn algemeenheid.

Emoties

Dé supermarkt van het dorpscentrum, het hart van het winkelgebied, gaat verhuizen naar de rand van het dorp. Dat brengt wel wat teweeg. Bij klanten, medewerkers, dorpsgenoten. De ondernemer kreeg hier dagelijks mee te maken en dat krijgt dan ook terecht een rol in het proces. Hoe ga je daarmee om? Ook de eerdergenoemde dynamiek ten opzichte van de pandeigenaar en het immense Jumbo-concern bracht de nodige emotie met zich mee. Het is mede de taak van het team om dat te kanaliseren zodat zakelijk gezien de best mogelijke beslissingen genomen kunnen worden.

Ter gelegenheid van het afscheid van de ondernemer van zijn supermarkt was er een groot feest voor alle medewerkers op een zwoele zomeravond. Het was tot in de puntjes geregeld. Het warme gevoel bleef niet beperkt tot de buitenlucht; het was er ook van de medewerkers richting de ondernemer en andersom. Op dat moment voelde ik heel sterk dat ik maar een radertje was in het grotere verhaal. We proostten met ons team op de afloop van het proces. Uiteindelijk is de schop de grond in gegaan, is de voormalige meubelhandel verbouwd tot prachtige supermarkt en het omliggende terrein is verworden tot ruime parkeerplaats. Een klus is geklaard.

Hallo Jumbo!

IMG_8582

Het is eigenlijk overal hetzelfde

Het afgelopen jaar heb ik intensief samengewerkt met een regionale makelaar. De aanleiding was het groeiend aantal vragen bij hen over wijzigingen van bestemmingsplannen, mogelijkheden en onmogelijkheden van locaties, enz. Met mij haalde het kantoor die expertise in huis. Met als gevolg dat ik te maken kreeg met veel verschillende gemeenten in veel verschillende vraagstukken. Of is het allemaal wel zo verschillend? De lessen na 1 jaar rondhangen ‘in de regio’:

1. Het is allemaal mensenwerk

Net zoals je niet kunt spreken over ‘de vluchtelingen’ of ‘de buitenlanders’ kun je ook niet spreken van ‘de ambtenaren’. Vooroordelen te over, maar heb er maar eens 1-op-1 contact mee, dan vallen de verschillen je op. En dat komt natuurlijk….omdat het verschillende mensen zijn! En ik ben zélf ook weer een ander dan de vorige adviseur die ze aan tafel hadden. Het kan klikken of niet. Iemand kan zijn dag niet hebben of zit in een moeilijk periode, omdat die reorganisatieperikelen hem persoonlijk raken. Daarom is het heerlijk werken met de een, en verloopt een ander gesprek uiterst moeizaam. Daarom krijg je voor eenzelfde situatie in de ene gemeente keihard nul op het rekest en hoor je van een ander: “Doe maar, zolang er niemand piept kan dat wel zonder vergunning.”

Het is verklaarbaar, maar daarom nog niet goed natuurlijk. Het werkt willekeur in de hand en vooral ook afhankelijkheid. Ik heb geleerd dat ik eigenlijk niet op de gepubliceerde beleidsstukken (en dat zijn er veel) kan afgaan of een plannetje kans van slagen heeft. Je wordt gedwongen om de visie van de behandelend ambtenaar daarop te aanhoren, want die kan het wel eens heel anders zien. Of gewoon niet willen. Het zou tijd en kosten schelen als dat niet nodig zou zijn.

2. Het is overal hetzelfde

Maar echt gewoon bijna letterlijk, als het gaat om bestemmingsplannen en wat je wel en niet mag. Mag ik een agrarisch bedrijf omzetten in een burgerwoning? Mag ik een caravanopslag in mijn schuur? Hoeveel mag ik bijbouwen na sloop van die oude stal? Het zijn in de kern steeds dezelfde antwoorden die je geeft, met hier en daar een accentverschil. Ik heb daar voor de makelaar eens een schema voor gemaakt op basis van de planregels in een stuk of 8 bestemmingsplannen Buitengebied. Heel veel overeenkomsten en allemaal vanuit eenzelfde basisgedachte.

De kern van de zaak: er mag wat er is. Wil je iets anders, dan moet de gemeente er een beslissing over nemen. Je kunt het bestemmingsplan wijzigen, of herzien, of een ontheffing verlenen in afwijking van een in voorbereiding zijnde herziening met gebruikmaking van de Wabo en de Bor, voordat je de omgevingsvergunning aanvraagt. Of zo. Dat heet dan “flexibiliteitsbepalingen”. Maar eigenlijk is het allerminst flexibel en wordt alles omslachtig. Uit angst waarschijnlijk dat er dingen gebeuren die een gemeente onwelgevallig zijn houdt men de controle. En dus moet elke nieuwe ingeving van een perceeleigenaar toch altijd weer langs het loket. Past dat nog wel in deze tijd? Er zijn nieuwe wetten in de maak, wellicht bieden die meer soelaas in deze maar ik verwacht van niet.

3. Er komt nog veel aan

Verreweg het merendeel van de vragen die ik op mijn bureau kreeg betrof een locatie in het buitengebied. Daar is altijd al veel aan de hand geweest, maar dat is zeker nu ook nog het geval. En steeds meer, omdat er een oplossing moet komen voor al die vrijkomende agrarische locaties. Gemeenten worstelen al jaren met het VAB-beleid, maar steeds komen er ook weer ideeën en plannen op tafel die toch weer anders worden ingestoken. Iets waar het beleid niet op gerekend had.

En dat is nog lang niet voorbij. Te vaak naar mijn zin heb ik, alles bestuderend, de conclusie getrokken: kan niet. Kan niet. Kan niet. Daar wordt Casper niet zo blij van, hoor. Maar de initiatiefnemer nog minder. Wat moet er dan met die locatie? Het is er, het staat er, het heeft een waarde. Something’s gotta give. Een regelrechte uitdaging voor iedereen die in het planologisch veld actief is, de burgers, de boeren, de buitenlui, de bestuurders. Zoals het nu gaat gaat het niet goed, iedereen draait zich vast. En dus komt het uiteindelijk goed, want ooit moet er iets gebeuren.

Heel leerzaam kunnen we dat afgelopen jaar best noemen. Het voedt ook wel mijn drang om er op bredere schaal iets aan te doen, het bespreekbaar te maken, maar of en hoe en wat, dat moet nog een beetje indalen. Met dit blog is daarin een begin gemaakt, want ik neem aan dat dit toch wel ‘vort’ regionaal gelezen wordt.