
Met het grootste gemak kan een professional in het ruimtelijk domein tegenwoordig enige moedeloosheid worden aangepraat. Nee, het loopt voor geen meter. Stikstofspoken dwalen door het land. De termen ‘capaciteit’, ‘krapte’, ‘druk’ en ‘excuses’ (en dan ook vaak in één weinig bemoedigende zin) bevuilen meermaals de mailberichten. Woningtekorten en bouwkosten domineren de voorpagina’s en op LinkedIn gedeelde artikelen. Suske en Wiske en de Vastlopende Versnellingsopgaven zou een mooie (maar ook saaie) albumtitel zijn. Oftewel: het land is krakend en puffend tot stilstand gekomen. Een goed moment om je af te vragen: waar ben ik nu helemaal mee bezig? En dat doe ik dan ook elke dag :-).
Het is goed gebruik voor ons ondernemers om van tijd tot tijd een post te plaatsen op LinkedIn met een zin als ‘mooi dat we hier ons steentje aan hebben kunnen bijdragen’. Daar ben ik niet zo van merk ik (ieder zijn ding), maar het kan geen kwaad om eens een keertje goed achterom te kijken. De moderniteiten kunnen me daarbij helpen. Op het spoor gebracht door een van mijn opdrachtgevers heb ik mijn projectenlijst, die ik al sinds mijn sprong in het diepe begin 2012 heb bijgehouden, eens door de ChatGPT-molen gehaald. Vervolgens kun je allerlei vragen stellen, die ook middels formules in Excel kunnen worden verkregen maar dit is toch wel een stuk handiger. Dus ik heb er maar eens een flinke dot stroom en water tegenaan gegooid om die AI te laten draaien.
Aard van de opdrachten
Je kunt in ieder geval al wel de conclusie trekken dat ik me vooral senang voel op het plattelandsniveau: het dorpse, het buitengebied. Het grootstedelijke komt niet automatisch naar mij toe en dat zal een reden hebben. Je kunt de planoloog wel uit De Mortel halen, maar De Mortel niet uit de planoloog, zoiets. En in mijn geval zit de planoloog zelfs nog gewoon in De Mortel, dus da’s dubbelop feest. Het ‘kleine’ zit in mijn DNA denk ik, het komt er in ieder geval op neer dat verreweg het grootste deel van mijn opdrachten zich op perceelsniveau afspeelt. Dat heeft als voordeel dat de betekenis van je werk voor die particulier of die ondernemer. voelbaar aanwezig is. Het ‘nadeel’ is dat je er heel veel van moet hebben om de dag een beetje goed door te komen. Zum Beispiel: uit het overzicht komt naar voren dat ik op dit moment 46 lopende opdrachten heb, maar ik heb tóch tijd om deze blog te schrijven. Meneer Van Dale Wacht op Antwoord in heel veel gevallen, en dan kakt het in hè.
Als ik de opdrachten rubriceer naar functie, en dat heb ik gedaan anders begon ik er nu niet over, dan is het duidelijk dat de functie Wonen de overhand heeft. 63% van mijn opdrachten gaan daarover. Natuurlijk de bouw van een of meerdere nieuwe woningen, maar ook boerderijsplitsing of omzetting van winkelpanden. In bijna 13% van de gevallen gaat het om de uitbreiding of vestiging van bedrijven. Nou kan een ‘geval’ in de overzichtslijst ook alle herstructureringsprojecten van de plaatselijke woningbouwvereniging bevatten of alle ruimtelijke onderbouwingen (al dan niet omgekat naar de term ETFAL) voor een bouwer van industriële hallen, dus het vertekent wel wat. Agrarisch zit er echter niet tussen, er zijn anderen die dat beter kunnen. Het is overduidelijk niet mijn stiel heb ik gemerkt. Maar maatschappelijke functies, recreatie en horeca kunnen dan weer wel op mijn tomeloze inzet rekenen. Natuur- en landschapsprojecten komen er nog een beetje bekaaid van af. Daar zou ik me wel meer in willen begeven, omdat het resultaat zo ontzettend bevredigend is, maar goed … komt misschien nog.
Lokale jongen
Ik ben toch wel een lokale jongen, kan ik concluderen. 70% van de opdrachten waar ik de afgelopen dertien jaar met mijn vingers aan heb gezeten, speelt zich af binnen de gemeente Gemert-Bakel. Als je verder geen reclame maakt en het komt via-via naar je toe, is dat ook niet zo gek natuurlijk. En dan sta ik ook nog op het lijstje van adviseurs die deze gemeente noemt als de initiatiefnemer wanhopig vraagt wie hen met al die toestanden toch alsjeblieft kan helpen. “Ik heb jouw naam gekregen van…” en de rest wijst zichzelf.
Die andere 30% middelt zich een beetje uit tussen de ring rond Gemert-Bakel (Deurne, Laarbeek, Boekel) en wat verder weg (Breda, Gennep, Heesch bij Oss, Blitterswijck). Dat is natuurlijk wel horizonverbredend, al moeten we het ook niet overdrijven. De uitdagingen zijn eigenlijk overal wel gelijkluidend. En ruimtelijke ordenaars en ambtenaren heb je in allerlei soorten en maten, maar bepaalde types zijn het toch ook wel weer. En binnen die typologie hangt het toch vooral van de mens af die je voor je hebt of het soepel gaat. Ik zou niet kunnen zeggen dat de ene gemeente per definitie meer trubbelèchtig is dan de andere; hoewel sommige wel echt een slechte naam hebben onder collega-adviseurs (waar ik omwille van mijn orderportefeuille verder geen uitspraken over doe :-)). Het is gewoon mensenwerk en je moet een beetje kunnen meebewegen met elkaar. De meeste mensen deugen; sommige mensen zijn en blijven bloedirritant, waar ze ook zitten te werken.
Resultaten
Fifty-fifty. Die had ik niet aan zien komen. Ik weet ook niet of het veel of weinig is. Het is de uitkomst van de opdracht aan ChatGPT “Tel het aantal cellen met de letter P en het aantal cellen met de letter N, met de percentages ten opzichte van het totaal aantal ingevulde cellen”. P staat voor een Positief resultaat, N voor een negatief resultaat. En negatief betekent dan lang niet alleen afwijzingen van aanvragen of verzoeken, maar ook die gevallen waarbij de initiatiefnemer om voor hem moverende redenen besloot om van het hele karwei af te zien (of daarvoor een ander in de arm te nemen, dat kan natuurlijk ook).
Het betekent dus ook niet dat als je met mij contact opneemt, de kans fifty-fifty is dat het goed komt. Het ligt niet altíjd aan mij, haha.

50% van de opdrachten heeft dus geresulteerd in een positief resultaat. Dat betekent dat het plan tot een goed einde is gebracht. Het betekent nog niet dat in 50% van de gevallen we naar de desbetreffende plek toe kunnen rijden en een nieuw bouwsel of nieuwe terreininrichting kunnen bewonderen. Want zelfs als een plan er helemaal doorheen komt, kan de aanvrager er toch van af zien. Bijvoorbeeld omdat hij na vier jaar procedurele ellende heeft besloten dan toch maar te verhuizen naar omgeving Málaga, of omdat moeders inmiddels voorbij de mantelzorg is (lees: gehemeld). Het gebeurt.
En dan zijn er nog de onzichtbare resultaten. Dingen die je van de buitenkant niet of niet goed kunt zien. Het herstel van een foutieve bestemming, een winkelpand waar nu gewoond mag worden. En ook een boerderijsplitsing gebeurt toch voornamelijk achter de voordeur. Maar goed, een rondje kunnen we wel rijden met elkaar. Dat doen we nog wel eens een keer, virtueel.
Resultaten in het veld, in het fysieke domein, geven uiteindelijk toch die strohalm van voldoening waar we in deze tijd naarstig naar op zoek zijn: omdat je weet dat er mensen achter zitten die hun droom of hun plan-uit-bittere-noodzaak kunnen verwezenlijken. Daar probeer ik dan toch altijd maar mee bezig te zijn.