De overeenkomt tussen contracten

Wat zijn contracten toch geniepige dingen. Helaas zijn er steeds meer van nodig en lijken ze alleen maar langer en moeilijker te worden. Een uitvloeisel van deze tijd, waarin alles steeds sneller steeds juridischer wordt aangevlogen. Ik heb een haat-liefdeverhouding met die dingen. Enerzijds verfoei ik ze: waarom is dat nou allemaal nodig, why can’t we all just ‘get along’ (vrij naar Jack Nicholson in Mars Attacks)? Anderzijds is het ook vaak prettig om een achtervang te hebben, zekerheden waar je op terug kunt vallen als het er nauwt. Maar geniepig worden contracten pas écht als er foutjes worden gemaakt.

Fouten

En fouten, die tref je nogal eens aan. Gemaakt door de beste notarissen en de duurste advocaten. Het zijn die foutjes waar je overheen leest, maar die als het erop aan komt een groot verschil maken. En het zijn gek genoeg ook altijd de fóutjes die aan de oppervlakte komen. Net op dát punt ontstaat er een dispuut. Laat ik het dicht bij mijn vakgebied houden. Hoe vaak heb ik nu al niet gelezen: “Dit en dat is van toepassing op het moment dat het onherroepelijk bestemmingsplan is vastgesteld.” Dat klopt dus niet, dat moment bestaat niet. De gemeenteraad stelt het bestemmingsplan vast, het moment dat het onherroepelijk wordt is een heel ander moment.  Je kunt natuurlijk wel vaststellen dat het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden, maar dat staat er niet. Of er wordt mee bedoeld het moment dat het bestemmingsplan, dat op enig moment onherroepelijk is geworden, is vastgesteld door de gemeenteraad. Maar dat is wel erg omslachtig omschreven.

Wanneer treedt die regel in het contract nou in werking? Stel dat het gaat om ontbinding van een overeenkomst, of de levering en betaling van grond. Het maakt dan nogal wat uit. En meestal kom je er wel uit omdat beide contractpartijen de bedoeling wel kennen, maar het vergt toch weer de nodige discussie (“Ja, maar zo is het niet bedoeld!”. “Nee, maar zo staat het er wel.”), het vergt heel wat zinsontleding en kennis van de ruimtelijke ordeningswetgeving.

Lezen

Dat kun je van tevoren voorkomen door een contract goed te laten lezen en te analyseren. Door mij bijvoorbeeld. Eerlijk gezegd vind ik het heerlijk om me in zo’n contract taalkundig te verdiepen, zinnen te ontleden, verbanden te zien tussen het ene artikel en het andere artikel. Fouten eruit halen. Ook voor contracten die niets met de r.o. te maken hebben. Natuurlijk ben ik niet van alle onderwerpen inhoudelijk goed op de hoogte, maar lézen kan ik wel. Ook dat is nog geen garantie op een discussieloos traject of een geheel foutloze overeenkomst, maar het scheelt allicht een hortje.

En als je dan een overduidelijk verkeerd verband of foutieve terminologie blootlegt, geeft dat ook wel een behoorlijke voldoening. Alsof Het Contract een onverslaanbaar monster is dat jij hebt verslagen, die onoverzichtelijke aaneenschakeling van moeilijke woorden. Zonder mij was alles in het honderd gelopen! Hoezee!

Nu moet gezegd dat ik zelf ook wel eens tegen de lamp ben gelopen, hoor. Dan moest ik toch ook wel erkennen dat het er op zijn minst niet duidelijk in stond, voor meerdere uitleg vatbaar was, of gewoon fout. Al doende leert men. Dan baal je even als een stekker. Het ging bij die momenten gelukkig niet om een koe (zoals ze bij ons zeggen als iets heel erg waardevols wordt verhandeld), maar het doet je beseffen dat waakzaamheid immer geboden is. Vóórdat de handtekening eronder staat.

Laten we dat afspreken. Oh ja, het foutje in de titel is expres, maar dat had je inmiddels al wel geraden. Je kent me toch?