Tijd voor een van de meest gehekelde onderwerpen in het vakgebied: de gemeentelijke leges. Verfoeid door elke initiatiefnemer (overigens nu al een goed onderwerp voor mijn blog, omdat ik de woorden ‘vermaledijd’, ‘verfoeid’ en ‘gehekeld’ heb kunnen gebruiken). Ze hangen als een blok aan het been aan, of een zwaard van Damocles boven, elk initiatief. “Het is al zo duur, en dan komt de gemeente ook nog met leges…”. Tsja, zo werkt het inderdaad. Maar het grote euvel is denk ik de hoogte ervan en de grote verschillen tussen gemeentes.
Kostendekkend
De algemene definitie krijg je nog wel uitgelegd: “Leges is een betaling aan de overheid waar een aanwijsbare tegenprestatie van die overheid tegenover staat.” De gemeente maakt kosten: ambtenaren draaien uren om jouw plan te beoordelen, B&W- en raadsvoorstellen te schrijven, kaarten en teksten op te nemen in de bestemmingsplannen enzovoort. Die werkzaamheden moeten betaald worden en dat krijgt de initiatiefnemer op zijn bordje. Uiteindelijk moet het hele verhaal kostendekkend zijn, zodat de gemeente niet het schip in gaat. Tot zover het deel dat goed uitlegbaar is.
Er is een gemeente hier in de regio die 11.000 euro vraagt voor het in behandeling nemen van een wijzigingsplan, bijvoorbeeld voor een boerderijsplitsing. 11.000 euro! Als ik dat even omreken naar mijn uurtarief dan betekent dat dat daar ongeveer 120 uur werk tegenover moet staan. Een medewerker van de gemeente zou 3,5 volle werkweken continu productief met een plannetje bezig zijn waar ik zelf nog geen dag in heb zitten (ga nu alsjeblieft niet uitrekenen wat ik daaraan verdiend heb, mensen!) en dat 14 pagina’s beslaat. Gevoelsmatig is dat bizar. Maar ja, de gemeenteraad stelt de verordening vast op basis van de kengetallen uit de organisatie en ik weet uit eigen ervaring dat die tegenwoordig goed worden bijgehouden in fabuleuze tijdschrijfsystemen. En dus zou het moeten kloppen en krijg je er met geen mogelijkheid een speld tussen.
Leg het uit
Toch knaagt het. Temeer omdat steeds meer werkzaamheden op het bordje van de initiatiefnemer worden gelegd. Dat is de doctrine: je moet zelf alle stukken aanleveren, wij toetsen “alleen maar”. Desondanks gaan her en der de leges nog steeds omhoog! Dus dat toetsen behelst toch nog wel behoorlijk wat. En of het nu 8.000 euro (ruim 85 uur!) of 4.000 euro (ruim 40 uur) is, het klinkt als veel en het ís veel voor de mensen.
Bedenk eens wat je allemaal hebt gedaan als je 40 uur achter elkaar productief met iets bezig bent geweest (ook al worden die uren afwisselend door een stuk of 10 specialisten uitgevoerd). Pfoe!
Tip: leg het beter uit. Ik ken een gemeente die een specificatie vooraf opgeeft van wat ze precies gaan doen, welke waar je krijgt voor je geld. Dat is prettig maar ik besef ook dat dat de deur openzet naar lastige discussies op onderdelen: moet dat zoveel tijd kosten, kan dat deel niet sneller, ik ken iemand die het goedkoper kan. Het is veel gemakkelijker om te verwijzen naar de door de gemeenteraad vastgestelde vaste legeskosten, bepaald op basis van gemiddelden. En ik denk ook wel dat dat laatste mijn voorkeur nog steeds heeft. Maar op een of andere manier moet je toch kenbaar kunnen maken aan de initiatiefnemers van plannen in jouw gemeente waarom de kosten zijn zoals ze zijn.
Het zou ergernis en frustratie kunnen schelen en dat lijkt me ook wat waard. Meer dan 11.000 euro. Of 8.000. Of 4.000. Want die verschillen tussen gemeentes, daar kunnen we het ook nog wel eens over hebben met elkaar.
Ik zou ervoor pleiten dat hele systeem toch eens écht kritisch tegen het licht te houden. Maar gelukkig blijven sommige dingen gewoon hetzelfde: of ik dit nu opschrijf in dit blog of het te berde breng in een afdelingsoverleg zoals vroeger, heel veel zal er niet door veranderen. Behalve dat ik er nu rustiger onder blijf dan toen ;-).