Tagarchief: ondernemen

Klein bedrijf, Big Data

Big Data zijn ‘hot’. Elke swipe op je telefoon, elke klik met de muis wordt in een of andere vorm geregistreerd en verorberd door de Cookiemonsters van deze wereld. Miljarden gegevens van miljarden personen en bedrijven zijn ergens opgeslagen om te worden geanalyseerd en gebruikt ten gunste van de goede zaak, in de ogen van de zaak zelf dan. Laat ik ook eens een steentje bijdragen aan deze Nieuwe Wereld.

Dat zowat de gehele werkzame bevolking verkoeling aan het zoeken is aan de côte’s en costa’s gaf mij gelegenheid om de historische resultaten van Projectaandrijving eens wat nader te bekijken (‘historisch’ in de zin van ‘uit het verleden’, niet dat mijn resultaten nu al historie hebben geschreven). Ik heb een aantal van die gegevens gevisualiseerd in onderstaande infographic. Het beperkt zich tot de ruimtelijke plannen waarvoor een bestemmingsplanprocedure (of omgevingsvergunningsprocedure) is doorlopen en de gegevens over de kosten en tijdbesteding betreffen ook nog eens de woningbouwprojecten. Andersoortige opdrachten ontbreken in het palet, als ook de projecten die nog lopen, dus een volledig overzicht van de bedrijfsresultaten is het allerminst. Het geeft wél inzicht (jou én mij) in een aantal kengetallen die nuttig kunnen zijn bij toekomstige projecten en andere klussen.

Ach, het was gewoon leuk om te doen. En dat is ook wat waard. Heel veel, eigenlijk.

IJsblokjes op de A58

In de relatieve kalmte van het Mortelse platteland wil je nog wel eens uit het oog verliezen dat op plekken waar ze wél snelwegen hebben de economie in volle vaart bezig is. Het mooie is dan dat je je ook nog wel eens verwondert over wat er allemaal gebeurt, hoe druk het is en wat er allemaal aan je voorbij trekt of andersom. Dat overkwam mij deze week. De bestemming was Breda, de A58 het grootste deel van mijn route.

Het is nog niet eens de snelweg waar de meeste auto’s op rijden of waar de meeste bedrijventerreinen aan liggen. Maar het is genoeg om regelmatig te verzuchten ‘man, man, man’ (en niet alleen vanwege de drukte en wat dat doet met een vent in een Modus zonder airco). De tweebaans weg vormt zich gedurende de dag op natuurlijke wijze om tot een eenbaansweg voor personenauto’s en daar pal naast een eenbaansweg voor heel veel vrachtwagens. Kuijpers Logistics, Benny van Bergenhenegouwen Transport, Hermans geconditioneerd koeltransport: ze rijden trouw achter elkaar aan als een uitvergrote versie van de stippellijn die de beide wegbanen scheidt. Ongelooflijk wat in dit land elke dag weer wordt vervoerd. Bedenk eens wat er allemaal in die wagens zit en waar het naar toe gaat. Van bedrijf naar bedrijf naar bedrijf naar bedrijf, en het is of wordt uiteindelijk allemaal door iemand gekocht. Hoe kan het toch blijven bestaan?

Dat vraag je je ook af als je je blik (heel eventjes maar natuurlijk) richt naar de blokkendoosjes aan de kant van de snelweg. De ene glimmend en fonkelnieuw, de ander iets aftandser met een vergeeld reclamebord in Comic Sans. Groot, groter, grootst (Rhenus Logistics!) of een bescheiden pand waar meerdere bedrijven in huizen. En wat het allemaal máákt of verkoopt…… tuinmachines, kampeerartikelen, gegalvaniseerde ankerveren of van die aluminum koppelstukken voor rotatie-units van de besturingssystemen van melkrobots (bijvoorbeeld). Bo-cam, JV Products, Van Diem Technics. Hoe kan het toch blijven bestaan?

IJsblokjes

Vorig weekend hadden we een gezellig feestje in Gemert. De middag ervoor reden we achter een auto, die de straat inreed waar het feestje werd gegeven. “Die gaat daarnaartoe,” zei ik, enigszins gekscherend. Het bleek wel zo te zijn. Het was de bestelwagen van IJsblokjes.nl. Die kwam de ijsblokjes afleveren! Het bedrijf zit in Waddinxveen. IJsblokjes. Uit Waddinxveen. Naar Gemert! (Je rijdt dan trouwens over de A12 en de A2, wat de kop van deze blog enigszins misleidend maakt, maar dat is vrije expressie). Wie verzint het? Het bier is trouwens de hele avond keurig op een verkoelende temperatuur gebleven en ik heb toch slechte ervaringen met feestvierders die het bier in een teil willen koelen op een hete zomerdag. Het zal het Waddinxveense water zijn. IJsblokjes.nl, onthoud die naam dus.

Ik heb het altijd fascinerend gevonden dat al die bedrijven maar blijven draaien. Dat overal handel voor is. Dat er altijd mensen zijn die juist die bedrijven weten te vinden. Voor mijn gevoel sta ik daar best ver van af, maar dat heeft te maken met het feit dat die ondernemingen echt iets maken of verhandelen. Kom ik aan met mijn diensten. Gevoelsmatig is dat een ander type onderneming, dienstbaar aan, minder op de barricaden van het ondernemerschap. Maar goed, feitelijk is het natuurlijk wel hetzelfde. Mijn handel is ook handel.

Ja, eigenlijk ben ik ook een transporteur, ik vervoer projecten van idee naar uitvoerbaarheid. Alleen voltrekt zich dit proces enkel over digitale snelwegen en de stroperige paden der bureaucratische procedures, onzichtbaar voor al die mensen op de A58.

Kalb Logistics, Always on the Move!

Daar ben ik weer!

Een Projectaandrijving-blog, dat is me potdorie lang geleden. Maar er is weer een aanleiding voor. In een van mijn laatste blogs, nu twee jaar geleden, kondigde ik aan dat ik een gedeelte van de week weer in loondienst ging werken, bij Drieweg Advies in Keldonk. Nu kondig ik mijn vertrek daar aan, gepaard aan de mededeling dat ik de komende tijd (dus) weer als fulltime projectaandrijver door het leven ga.

Waarom?

Ik vind, mogelijk daarin gestimuleerd door recente gebeurtenissen, dat je op 45-jarige leeftijd wel moet kunnen zeggen: ik ben waar ik wil zijn en ik doe wat ik graag doe. Niet als eindstation, maar je wil toch tenminste op het goede spoor zitten. Dat was niet het geval. Ik merkte dat ik te vaak ‘nor munne zin’ bezig was met dingen waar ik in de basis geen verstand van heb en die ik ook niet leuk vind. Wat me wél plezier bracht waren de ontmoetingen met klanten, vaak grote agrarische ondernemers zoals tuinbouwers en champignonkwekers, hetgeen me veel en een mooi inzicht heeft gegeven in hun bedrijven en ondernemerschap. Ik heb echt hele mooie bedrijven en prima ondernemers leren kennen. Het kunnen sparren en buurten met collega’s was zeker ook weer eens leuk; erg fijn als een spontane woordgrap weer eens aankomt bij een ander persoon in plaats van dat het enkel grappig is in mijn hoofd. Maar het rekenen aan geurmodellen, fijnstofberekeningen en het tot in den treure pingpongen met al die gegevens, normen en regels tussen bevoegd gezag en aanvrager en het daardoor toenemende chagrijn aan alle kanten, maakten me meer en meer licht treurig.

Bovendien had ik doordat ik ook Projectaandrijving draaiende hield en dat (gelukkig) niet opdroogde, een overvolle agenda. En nu gaat het me er niet om dat ik te hard moest werken of een druk bestaan leed want dat kan ik goed hebben, maar ik liep voor mijn gevoel regelmatig achter dingen aan. De wezenlijke kern van aandrijving, namelijk voorop lopen, aanslingeren, kwam daarmee in gevaar. Laat staan dat er ruimte was in mijn leven voor persoonlijke ontwikkeling, voor verdieping of verbreding (zoals via een opleiding of cursus). Ik kan en wil nog steeds meer en andere dingen dan de wereld van vergunningen en bestemmingsplannen mij kan bieden. Dat zit nu eenmaal in mij, ik vind veel dingen leuk en interessant. Ik wil dit graag verder gaan verkennen.

Dat zijn in grote lijnen de redenen waarom ik ben gestopt bij Drieweg. Een heel verhaal, maar zo genuanceerd ligt het en ik hecht er waarde aan dat er een plek bestaat waar het complete verhaal gelezen kan worden. Viva mijn blog!

En nu?

De titel van dit stuk suggereert een terugkeer en eigenlijk voelt dat ook zo, ondanks dat ik eigenlijk nooit ben weggeweest. Maar ik voel min of meer dezelfde energie als toen ik eind 2011 met de hele handel begon. Het werken bij Drieweg Advies heeft me een vrachtlading aan nieuwe en waardevolle ervaringen opgeleverd, maar het voelt goed om weer zelf de koers van het leven te kunnen gaan bepalen. En het gevoel vind ik van tijd tot tijd toch best een goede raadgever.

Ik kwam een gedicht tegen van Merel Morre op social media (en in haar recente prachtige bundel Het Bekende Weg) en dat raakte me meteen. Het is getiteld ‘Zin’ (en in alleen dat woord zit al heel veel):

Lijnen in het landschap

“Denkend aan Holland zie ik brede rivieren traag door oneindig laagland gaan”. Dit overbekende gedicht van Marsman komt bij me op als ik vanuit mijn werk bij grote fruittelers kom. En dat is in mijn huidige werkomgeving nogal eens. Oneindig lijken de rijen aardbeien-, blauwe bessen- en frambozenplanten, hectares vol worden momenteel klaargestoomd voor consumptie. Bijna overal worden ze ondersteund door palen, kappen, draden: de zogenaamde teeltondersteunende voorzieningen. En daar zit een probleem.

Teeltondersteuning

Schaalvergroting in de landbouw wordt vaak geassocieerd met de veehouderij, maar ook in andere agrarische takken van sport is het zichtbaar aanwezig, zoals in de tuin- en akkerbouw. Dus: veul en growt. Daarnaast werken deze boeren in de zogeheten ‘keten’, waarmee eigenlijk gewoon wordt bedoeld dat Albert Heijn en Jumbo het feitelijk voor het zeggen hebben. En omdat die geen regenputjes in de tedere bessenhuidjes willen, moet het spul overkapt worden geteeld. Voeg die twee bij elkaar en er ontstaan immense (behalve voor Oekraïense begrippen) percelen met teeltondersteunende voorzieningen. Het ‘plastic’, zo je wilt. En daar wringt de beleidsschoen, of eigenlijk: hij wringt niet, hij past gewoon niet. In de bestemmingsplannen is een maximale oppervlakte vastgelegd van een hectare of 3. En dat moet dan weer worden opgelost, en daar ben ik dan voor samen met mijn collega’s.

Lijnen

Nu heb ik een probleem wat feitelijk geen probleem is: ik vind het eigenlijk gewoon mooi. Ik hou van lijnen in het landschap, en patronen. Mijn fotografisch hart springt dan open en de voorbeelden op Instagram en demortel.com getuigen daar soms ook van. Of het nu gaat om een bomenrij, een kustlijn, een gebouw of Noord-Koreaanse parades: de herhaling en het lijnenspel bekoren mij zeer. Dus dat heb ik ook met teeltondersteunende voorzieningen. Al die palen netjes op een rij, als je erdoorheen kijkt zie je patronen en diepte. De repetitie van aaneengesloten regenkappen, taps toelopende containervelden richting de einder: prachtig!

Lijnen

Het is mij in enkele weken duidelijk geworden dat er een fundamentele beleidswijziging moet komen op het gebied van teeltondersteuning. Wat we nu aan het doen zijn vreet namelijk onnoemelijk veel geld en tijd en sjagrijn. Niet dat je heel het landschap maar onder de folie moet leggen, maar we moeten er wel over nadenken om een oplossing te krijgen zodat de telers gewoon hun werk kunnen doen om ons, consumenten, te voeden. Maar misschien -nee, zeker- moeten we in dat gesprek betrekken of het niet óók, onder bepaalde condities, mooi kan zijn. Als ík dat vind, dan zullen er toch wel meer zijn? Het is voor de liefhebbers van oernatuur misschien een gruwel dat ik dit zeg, maar ik vind het de moeite waard om het er in ieder geval eens over te hebben.

De schoonheid van iets onder ogen zien lijkt me altijd een goed begin van een oplossing.

Jaaroverzicht der projectaandrijving 2015

Hoe kun je tot een jaaroverzicht komen, als je er een half jaar uit hebt gelegen? Dat is de vraag. Nou, misschien door dat half jaar te betrekken bij het jaaroverzicht want het is in zakelijk opzicht wel bepalend geweest voor 2015. Nogal. Het past dan ook om daar op terug te blikken. Ik eindigde mijn jaaroverzicht 2014 met de woorden: “ik wens iedereen een fantastisch nieuw jaar toe, met veel gelukkige momenten in goede gezondheid.” Dat ging al snel mis, voor mezelf.

Guillain Barré

Het heette dus het Guillain Barré Syndroom, waar ik ineens eind januari mee geconfronteerd werd. Tenen begonnen te tintelen (dat doen ze nu nog steeds), raar gevoel op de huid en in de mond, ontzettende pijn in de rug ’s nachts en eenmaal in het ziekenhuis begon ik te wankelen op mijn benen en viel mijn rechter gezichtshelft een beetje uit (maar een beetje is genoeg voor de nodige bezorgdheid, kan ik je melden). GBS is een aandoening aan het centrale zenuwstelsel, getriggerd door een lichaamseigen reactie op een virus of infectie, in mijn geval de gewone griep.

Dus daar lig je dan. Carnaval ging aan me voorbij, dat was de eerste tegenvallende conclusie. Maar ineens zit je dus ook zonder werk, zonder inkomen. Dat is het moment dat je wél blij bent met de Arbeidsongeschiktheidsverzekering, in tegenstelling tot al die maanden daarvoor sinds 2011. De uitkering is geen vetpot, maar het is tenminste iets. Want als je als zzp’er niet kunt werken, komt er gewoon niks binnen. En niks is weinig. Het gaf me in ieder geval genoeg ademruimte om goed te werken aan mijn herstel, dankzij de inspanningen van alles en iedereen op Blixembosch, dankzij mijn naaste omgeving en dankzij mezelf want daar begint en eindigt het.

“Ik doe nu alles weer”, is mijn mantra als mensen mij belangstellend vragen hoe het gaat. Dat leidt soms tot wat extra vermoeidheid of hoofdpijnen die ik eerder niet voelde, het ligt aan de omstandigheden. Kwestie van goed blijven doseren en via sport het lichaam blijven trainen (de leden van Badmintonclub De Mortel plukken inmiddels wekelijks de vruchten van dit inzicht). De revalidatie-arts meldde me dat het bij Guillain Barré twee tot drie jaar duurt voordat alle symptomen helemaal weg zijn. Daar houd ik me wel aan vast als het weer een keer ietsje minder gaat. En als ik terugdenk aan het allerbeginste begin, dan ben ik toch gigasprongen vooruit gegaan. Ik kan nu weer rennen bijvoorbeeld, iets dat helemaal niet meer ging (tot lachens toe van omstanders); en ik zit niet meer scheel achter de computer na een kwartier of zo. Daaraan blijven terugdenken is wel een goede oppepper.

Opdrachten

Maar goed, ondertussen had ik natuurlijk wel een paar opdrachtgevers die iets van mij verwachtten. Ze hebben zich eigenlijk stuk voor stuk heel geduldig getoond na het horen van het nieuws. Ik kon wat dat betreft mijn tijd nemen om te herstellen, en langzaamaan de boel weer opbouwen. Sinds de zomervakantie ben ik ook echt weer fulltime aan de slag. Het maakt dat projecten wel vertraging hebben opgelopen; vervelend, maar het is niet anders. Zulke dingen maak je mee.

Het oppakken van de draad gebeurt met kleine successen en ‘minor setbacks’ wat betreft de klussen die ik onder mijn hoede heb. Oftewel: zoals vanouds. Met een goed gevoel kijk ik naar mijn projecten in De Mortel, die over het algemeen vlot lopen al hoop ik van ganser harte dat Plan Zuid in 2016 écht concreet kan worden (het wordt simpelweg de hoogste tijd). Ik heb op het vlak van de ruimtelijke ordening en contacten met opdrachtgevers en gemeenten weer het nodige opgestoken, waarover ik al in eerdere blogs verhaald heb. Het is niet allemaal even verheffend geweest, maar ik heb mijn aandeel in ieder geval weer mogen hebben in de ordening van ons land.

Ik wil iedereen die ik ben tegengekomen in zakelijk verband bij deze bedanken voor de steunbetuigingen en het geduld tijdens mijn ziekte en hoop dat we elkaar in 2016 in goede gezondheid, onder gelukkige omstandigheden en met het vizier vooruit tegen zullen komen.

Fijne jaarwisseling en een goed begin. Mocht je je bij dit laatste niets kunnen voorstellen, overweeg dan vrijdagavond een trip naar café ’t Anker in De Mortel, waar wij voor de tweede keer een prachtige live bandkaraoke organiseren. Vorig jaar een topavond, en we willen dat graag herhalen!

Casper

Leefbaarheid en Ondernemen

De leefbaarheid van een dorp houdt veel inwoners van een dorp bezig. Bestuurders van verenigingen proberen hun club draaiende te houden en vrijwilligers runnen de enige nog overgebleven dorpswinkel. Alles voor het in stand houden van de leefbaarheid. Oftewel: het voortbestaan van de dorpse voorzieningen. De ondernemer kan zich ook vaak bij die initiatieven aansluiten, door sponsoring met name. Maar wat krijgt hij daarvoor terug? Gaan de mensen van de volksdansvereniging ook bij de sponsorende horeca hun eigen feestjes geven? Moet dat wel? De ondernemer zucht bij weer een sponsorverzoek. Leefbaarheid en ondernemerschap lijken daarom wel eens ver van elkaar af te staan. Maar dat hóeft niet.

Een korte geschiedenis van de leefbaarheid

De strijd voor de leefbaarheid is per tijdvak anders ingekleurd. In de jaren ’60/’70 kwamen de verenigingen tot bloei. Overal werd om de zoveel tijd wel iets opgericht. De pioniersjaren, er ontstond een sociaal netwerk. Die mensen kregen in de jaren ’80 het nodige voor elkaar, vaak door zelf de handen uit de mouwen te steken. De jaren van zelfwerkzaamheid. Maar daar word je moe van, en dat leidde in de jaren ’90 tot de tendens dat de gemeente het maar voortaan moest doen. Die kón dat ook doen, want het geld klotste tegen de plinten omhoog. In de jaren ’00 is dan ook veel geïnvesteerd in voorzieningen. Totdat het geld op was. De gemeente onttrok zich aan het initiatief en de burger moest het gaan doen. En dat gebeurt ook. Burgerparticipatie is een bekend verschijnsel.

Maar er is wel iets veranderd. Want zelf een kiosk in elkaar timmeren, een dorpswinkel runnen, sportvoorzieningen zelf realiseren: vind er maar eens de mensen voor die er de tijd in willen steken. Ze zijn er zeker, maar het zijn wel steeds dezelfde (dat is altijd al zo geweest) en de wereld zit ook anders in elkaar. Druk, druk, druk en rendementsdenken beheersen de gedachten. Je houdt het wel even vol, maar minder lang dan vroeger zie ik om me heen. Ik ben er daarom ook van overtuigd dat je veel leefbaarheidsprojecten anders in moet steken. Professioneler.

In mijn eigen dorp De Mortel mag ik mij bemoeien met twee van die projecten. In het gebied rondom het sportpark wordt door de ondernemers zelf ruimte gemaakt voor een woon-werklocatie, waarvan de opbrengst ten goede komt aan een kunstgrasveld voor de voetbalclub. En aan het nieuwe dorpsplein wordt een nieuwe bouwlocatie ontwikkeld voor senioren, door het dorp zelf. Regelrechte gebiedsontwikkeling en bottom-up, met de gemeente in een faciliterende rol. En leefbaarheidsprojecten pur sang. Ik ben daarbij betrokken als professional én als dorpsgenoot, en die combinatie maakt het wel interessant en bijzonder. En ik ben zeker niet de enige.

Professionals met een dorpshart

Een meer professionele inslag, of ondernemende inslag zo u wilt, kunnen we ook goed gebruiken bij toekomstige vraagstukken over bijvoorbeeld de dorpswinkel en de kerk. De vernieuwende denkkracht van ondernemers is uitstekend in te zetten. Dat hoeft niet voor niks: een adviseur zoals ik kan er direct wat aan hebben, maar ook indirect kan het wat opleveren. Want meer woningen in een dorp = meer klanten voor de kapper = meer tuinen = meer zwembaden, enz. enz. Leefbaarheid is meer dan het verenigingsleven, het is ook gewoon keiharde economie.

Mijn pleidooi: kijk niet wat het dorp voor jou kan doen, maar wat jij kunt doen voor het dorp als ondernemer. En niet als sponsor die geld geeft, maar als denker en als doener. Investeer je ondernemerskracht en creativiteit. Professionals met een dorpshart zijn hard nodig om de leefbaarheidsprojecten van nu zo tegemoet te treden dat ze in deze tijd kans van slagen hebben. Dan gaat een dorp écht met zijn tijd mee.

Jaaroverzicht der projectaandrijving

Allereerst: dank voor de vele positieve reacties op mijn vorige blog, waarin ik terugkeek op 3 jaar zelfstandig ondernemerschap. Leuk om te lezen. In dit blog, aan het eind van 2014, kijk ik wéér terug. Maar nu op het afgelopen jaar en dan vooral op een aantal hoogtepunten, oftewel: dingen die mij veel plezier hebben bezorgd. Lees hieronder dus het jaaroverzicht 2014 der projectaandrijving. In de vorm van een lijstje, Omdat het nu eenmaal mode is, maar hecht geen waarde aan de volgorde!

5. Leefbaarheid voorbij het vrijwilligerswerk

In 2014 hebben de dorpsraad van De Mortel (de Stuurgroep) en ik elkaar weten te vinden om op een zakelijke basis een aantal vraagstukken van leefbaarheid bij de horens te pakken. We vonden daarbij een goede balans tussen vrijwilligerswerk en betaalde arbeid. Zoals velen weten heb ik mijn hart aan De Mortel verpand, en ik zet me er dan ook graag voor in. Vrijwillig en voor niets. In het afgelopen jaar zocht de Stuurgroep een procesbegeleider voor het op een leuke manier boven tafel krijgen van de woonwensen in het dorp. Dat is een klus die op mijn lijf geschreven is, maar ergens wrong het bij het bestuur om me dat vrijwillig te laten doen. We vonden elkaar in een opdracht, waarbij ik vanuit mijn betrokkenheid nog wat extra inspanningen deed in de vrijwilligerssfeer. Ik bedacht het Woon-ommetje en het was fijn om te doen. Er komt ook weer een vervolg uit. Het is denk ik dan ook de toekomst om op dergelijke manieren leefbaarheid voorbij het vrijwilligerswerk te brengen; ik heb daar laatst iets over verteld bij de plaatselijke ondernemersvereniging en wil daar graag een volgende keer dieper op ingaan. Het is zóóó 2015, namelijk.

4. Resultaten zien

Ruimtelijke ordening en de tijd, een huwelijk dat maar niet wil slagen. Grote frustraties en aangepaste regelgeving ten spijt. En dus heb je een lange adem nodig voordat je kunt zeggen: kijk, het is klaar en daar heb ik aan meegewerkt. 2014 was in dat opzicht misschien het eerste oogstjaar. De Ruimte-voor-Ruimtewoning in Heesch werd gebouwd, de EVZ in Milheeze aangelegd en bestemmingsplannen voor Grotelse Heide en plannen van Goed Wonen zijn onherroepelijk geworden. De bestemmingsplannen zijn nog papieren resultaten, maar ik pak ze toch maar even mee en kijk uit naar de veranderingen in de omgeving als gevolg daarvan, in 2015.

3. De Kasteelproeverij

Ik bedacht net voor de zomer de “Kasteelproeverij”: een activiteit die tot doel had om alle mensen bij elkaar te brengen die sinds de zomer van 2012 bij het haalbaarheidsonderzoek voor de herontwikkeling van Kasteel Gemert betrokken zijn geweest. Dat moest op een informele manier gebeuren, op de binnenplaats van het kasteel, met een lekker hapje en een heerlijk drankje. In de hoop op kruisbestuiving en samensmelting van ideeën, van vraag en aanbod. De opdrachtgever omarmde het idee en stond garant voor een sfeervolle aankleding in het al aanwezige historische decor. Op 11 september was het zover. Zelf hebben wij het als een succes bestempeld, niet alleen omdat we veel plezier hadden, het weer goed was en er slechts één gewonde viel te betreuren (iemand is hard op zijn gezicht gevallen en dat was even schrikken), maar ook omdat het tot vervolgcontacten heeft geleid die een mooi plan weer een stap dichterbij kunnen brengen. Het is jammer dat ook in 2014 dat plan nog niet gepresenteerd kon worden, maar er worden nog steeds stappen vooruit gezet en dat is belangrijk. It’s a hell of a job!

2. Teksten, Ontwerpen en Presentaties

Waarom ga ik eigenlijk geen geld vragen voor iets wat ik én heel erg graag doe én waar mensen mij van kennen en al veel voor inschakelen? Iets wat bovendien voor veel ondernemers erg lastig is: het schrijven van goede zakelijke teksten, het ontwerpen van een poster of het in elkaar zetten van een presentatie. Van die ‘tussendoor’-klusjes die ‘eigenlijk ook nog moeten’. Dat waren zo ongeveer de gedachten aan het begin van de zomer van 2014. En dan kun je dat dus gewoon realiseren, als zelfstandig ondernemer. Ik besloot om deze neventak in de ether te gooien, met een logootje, een eenvoudige website en Facebook-pagina. Het werkt. Ik word voor dit soort klussen ingeschakeld. Niet dagelijks, maar het mooie is dat dat ook niet hoeft. Dat is wel geruststellend. En zoals gezegd: ik vind het misschien wel het allerleukste om te doen. Sleutelen aan een tekst, een mooie opzet voor een poster of uitnodiging maken. Ik doe het mijn hele leven al, voor jan en alleman. Maar in 2014 ben ik daar na 41 jaar ook nog eens geld mee gaan verdienen!

1. Ik ben er nog!

Uit mijn vorige blog kon de lezer al opmaken dat het allemaal geen hosanna hoeft te zijn, daar is dus al voldoende over geschreven. Ook in 2014 waren de ups en downs herkenbaar op de bankrekening aanwezig. Die dip van een zomer werd gelukkig gevolgd door een gestaag stijgende lijn van klussen in het najaar. En dus kan ik aan het eind van dit jaar zeggen dat Casper Kalb Projectaandrijving er nog steeds is! Het netwerk wordt hechter, de herkenbaarheid groter, de (zelf)kennis rijker, de resultaten meer zichtbaar en de portfolio dikker. Een positieve blik op 2015 is dan ook zeker gerechtvaardigd.

Ik wens iedereen een fantastisch nieuw jaar toe, met veel gelukkige momenten in goede gezondheid. We spreken elkaar in 2015!

Casper.

Even terugkijken op 3 jaar “voor m’n eigen”

15 december 2011 was officieel mijn laatste werkdag bij de gemeente Gemert-Bakel. Toen verliet ik dus het warme nest om, zoals ik dat zo mooi verwoordde, de “uitdaging van het zelfstandig ondernemerschap” aan te gaan. 3 jaar ben ik dus nu “voor m’n eigen” bezig. Voor de Belastingdienst het moment dat je starter af bent en daarom is het misschien wel interessant om eens een paar lessen, of eerder: constateringen, op een rij te zetten.

1. “Ondernemen = geld verdienen”

Goh, was ik in december 2011 eindelijk af van alle ambtenarengrappen, blijken ook ondernemers geconfronteerd te worden met een imago. Namelijk dat van succesvolle geldmachine. Uitspraken als “maar dat is voor jou toch gewoon aftrekbaar?” veronderstellen dat ik naar de Media Markt kan lopen, een laptop van 1000 euro aan kan schaffen en hem dan niet hoef te betalen. Of dat ik althans het geld terugkrijg. Ondernemen staat voor veel mensen gelijk aan geld verdienen. Alle opmerkingen gaan eigenlijk altijd over geld. En dat hopen we allemaal wel binnen te halen, maar er is natuurlijk meer. Maar goed, het gevecht tegen het imago van de ambtenaar heb ik ook al lang geleden opgegeven.

2. Niemand is perfect

Waar mensen werken, worden fouten gemaakt. Mensen komen te laat op afspraken, mensen zeggen op het laatste moment af, mensen laten lang op zich wachten met een antwoord. Alle soorten mensen dus, niet alleen ambtenaren. Je hebt toppers en tobbers in elke beroepsgroep. Professionals zijn soms amateuristisch bezig. Ik leer steeds beter inschatten wat anderen én ikzelf goed kunnen en wat ze niet goed kunnen. Heel belangrijk om te weten. Ik zeg altijd maar zo: Ieder zijn vak.

3. Lessen in nederigheid

Lessen in nederigheid heb ik wel een paar keer om mijn oren gekregen, ja. Ik was de succesvolle (denk ik) projectleider die toch best aardig grote projecten voor de gemeente trok. Ergens in mijn achterhoofd zou ik daarmee gewoon doorgaan na 15 december 2011, alleen dan voor de andere kant van de tafel. Maar ik moest opnieuw beginnen. Je moet dat vertrouwen weer zien te winnen. Want (bijna) alles wat ik doe kost nu eenmaal de ander geld, het duurt een tijdje voordat zij inzien dat ze best zaken aan mij uit handen kunnen geven. Met als gevolg dat ik veel meer kleine klusjes aanpak dan waar ik van tevoren aan dacht. Want de schoorsteen moet roken, dat heb ik geweten. Het was af en toe maar een miserabel pluimpje wat er uit kwam.

4. Lastig: continuïteit

De pieken en dalen horen erbij, zoveel is me wel duidelijk. Maar de continuïteit heb ik leren kennen als een van de moeilijkste uitdagingen. Ik moet nog zeker 25 jaar en die opdrachten moeten wel blijven komen. Elk project is eindig, daarom is het een project, en dan moet er weer iets nieuws liggen dat schreeuwt om enige aandrijving. Bovendien bestaat een groot deel van mijn werk uit wachten. Als een verzoek bij de gemeente ligt of een notitie bij de opdrachtgever. Daarom moet ik eigenlijk een dubbelvolle portefeuille hebben. Dat dat lang niet altijd het geval is geweest durf ik hier wel hardop te zeggen. Maar vanuit het dal kun je alleen maar omhoog, zo is het ook.

5. Top: vrijheid

Vrijheid is een van de grootste drijfveren om een onderneming te beginnen. In zekere zin vrijheid om je tijd in te delen, maar vooral de vrijheid om je eigen keuzes te maken en je eigen ideeën ten uitvoer te brengen. Ik heb me bijvoorbeeld vanaf deze zomer ook toegelegd op teksten, ontwerpen en presentaties. Dat bedenk je dan gewoon en daar begin je mee als je denkt dat het mooie kansen biedt. Kansen zien en ze kunnen grijpen, dat is een van de mooie aspecten van het ondernemerschap. Ik zie dat als een groot goed.

6. Mooie variatie

Als ik mijn projectenportfolio op een rij zet, dan komt er een mooie waaier tevoorschijn. Er zit een kasteel in, een camping, een supermarkt, woningen, een EVZ, Ruimte-voor-Ruimtekavels, leefbaarheidsprojecten en een gebiedsplan. Klein en groot. Die variatie bevalt me wel en het toont aan dat ik toch al best veel gedaan heb voor veel verschillende opdrachtgevers (ik heb ze geteld: het zijn er 31).

Slotsom

Het waren 3 interessante jaren, maar het was zeker geen aaneenschakeling van hosanna-verhalen. Ik weet nu wat het is om niks te hebben. Zeer waardevolle ervaring, maar niet leuk. De keuzes die dat met zich mee brengt wil je niet hoeven maken. Je wil gewoon een goed leven, lekker je gang gaan en mooie projecten aandrijven. Het gaat nu goed en dat moeten we zo zien te houden. Want áls het goed gaat met de zaken, dan gaat het ook wel gewoon prima. We gaan dus maar efkes door met aandrijven.

Bovenstaand verhaal heb ik verteld tijdens de laatste vergadering van de ondernemersvereniging in De Mortel. Het viel opvallend goed. Het werd gewaardeerd dat nu eens naar voren kwam dat niet elke ondernemer automatisch altijd succesvol is. Zeker niet in de eerste jaren. Dat mag ook best gezegd worden. Het is het eerlijke verhaal, het is in ieder geval mijn verhaal.

Mijn vrijheid

Het is één van de meest genoemde voordelen van het zelfstandig ondernemerschap: de vrijheid. De vrijheid om te doen wat je wilt wanneer je het wilt, de vrijheid om je eigen keuzes te maken, de vrijheid om je eigen koers te bepalen. Geen bazen, geen grenzen. Tot op zekere hoogte klopt dat, maar ik kijk er toch ook iets genuanceerder tegenaan. In veel gevallen ben je namelijk helemaal niet vrij. Je hebt verschillende rollen, en dat brengt nieuwe grenzen met zich mee.

De klant

Wie betaalt, bepaalt. Een oud en nuttig gezegde. Het komt nog regelmatig van pas, en het is ook nog een terechte uitspraak ook. Je luistert naar je klant of opdrachtgever, bedient hem van een welgemeend advies, maar als puntje bij paaltje komt voer je uit wat hij of zij wil. Je bent afhankelijk van hem om je geld te verdienen, en dus kun je je niet alles permitteren. Geen eigengereide dingen doen of zeggen, wel degelijk die avond doorwerken omdat hij het vraagt. Dat is toch iets anders dan de vrijheid zoals eerder geschetst. Het is niet erg, maar als ik dat wel zou vinden kijk ik wel drie keer uit voordat ik dat ook laat weten. Het zou eerder schaden dan baten.

De gemeente

In mijn geval ben ik ook nog eens een adviseur, die veel met andere partijen te maken heeft. Partijen zoals de gemeente. De gemeente bestaat uit mensen en met die mensen moet ik meer dan eens samenwerken. Want ik ben er niet alleen voor die ene klant, maar ook voor anderen. Je wilt, kortom, op goede voet blijven en een prettige gesprekspartner blijven. Dat is althans mijn idee daarvan. Je bereikt er het meeste mee, ook voor de opdrachtgever. Niet dat dat betekent dat je altijd poeslief moet zijn, zeker niet, maar rücksichtslos ten strijde trekken, alle schepen achter je verbrandend voor die ene zaak, dat lijkt mij onverstandig. Er zijn meerdere wegen naar Rome. Je bent vrij om jouw weg te kiezen natuurlijk, maar denk je even verder na dan wordt de vrijheid wel begrensd door de rede.

Ik als burger

Vroeger was ik ambtenaar. Wat betreft de vrijheid om te zeggen wat je denkt was dat een heldere situatie: ik kon lang niet altijd zeggen wat ik dacht. Mijn speelruimte werd gedefinieerd door de politieke werkelijkheid van mijn bazen. Ik heb het nooit als juk ervaren, maar het leek mij wel lekker dat die grenzen zouden wegvallen. Ik droomde van ronkende columns in het huis-aan-huisblad, en barricades om op te gaan staan. Maar ook dat komt er niet van. Ten eerste zit ik zo niet in elkaar, maar ook zou ik er last van kunnen krijgen in mijn andere rollen.

Toch vind ik dat ik hierin wat meer mag dan voorheen. Dat het me niet verweten mag worden als ik er iets van zeg wanneer het me niet zint. Zo heb ik gisteren een rechtstreekse mail gestuurd naar de wethouder in onze gemeente over een stukje dorp dat er belabberd bij ligt op het moment. Ik stoorde me er al een tijdje mateloos aan, en gisteren moest het er even uit. Is een mail aan de wethouder de goede weg? Moet het niet via de geijkte kanalen (wat ik zelf altijd zo bepleit)? Nee, dacht ik. Ik ben óók een burger. Met een mening, misschien zelfs een gevoel. En de politicus zit er voor mij. Ik heb de vrijheid om me te laten horen.

Nog dezelfde dag (ja mensen, dezélfde dag!) kreeg ik antwoord. Niet van de wethouder vanwege haar vakantie, maar van een ambtenaar. Een bevredigend antwoord ook nog. Kom daar nog maar eens om!

Succesvolle mensen durven meestal meer. Die doen of zeggen gekke dingen, gaan door muren heen en slechten heilige huisjes. Die pákken hun vrijheid. Misschien mag ik wat minder genuanceerd worden.

Ik ga er iets bij doen: teksten, ontwerpen en presentaties

Je moet je blijven ontwikkelen. En daarom kondig ik aan dat mijn weg naar plezier en succes in het werk voortaan uit twee rijbanen bestaat. Op de ene rijbaan beweegt de Projectaandrijving zich voort, en op de andere rijbaan vinden we min of meer nieuwe activiteiten: het maken van teksten, ontwerpen en presentaties. Tussen de rijbanen geen doorgetrokken streep, dus in het dagelijks werk kan ik blijven switchen. En ik voel me er goed bij.

Tussendoor

De nieuwe tak van mijn bedrijf opereert onder mijn eigen naam: Casper Kalb. Ik heb een website (www.casperkalb.nl) en een bedrijfspagina op Facebook. Met deze tak richt ik mij op die klussen, die veel (kleine) ondernemers vaak ‘even tussendoor’ moeten doen: een brief schrijven, een uitnodiging maken, een advertentie aanleveren, een Power Point presentatie in elkaar zetten. Ze hebben er vaak geen tijd voor en geen zin in, en naar eigen zeggen zijn ze er ook niet heel erg goed in. Voor die klussen kunnen ze mij inschakelen.

Ervaring

Iedereen die mij een beetje beter kent, weet dat het niet zomaar uit de lucht komt vallen. Ze wisten en weten mij nogal eens te vinden als er een artikel geschreven moet worden, een poster of presentatie moet worden gemaakt. Of misschien moet ik het anders zeggen: ik heb in de afgelopen jaren nogal eens ‘ja’ of ‘dat doe ik wel’ gezegd als het bij de verdeling van taken in een commissie of vereniging op dit soort dingen aankwam. Ik durf ook te zeggen dat ik een bovengemiddeld gevoel heb voor taal en voor wat er mooi uit ziet. Dat zit toch een beetje in de familie.

Zolang als ik me kan herinneren ben ik vol plezier bezig met teksten, ontwerpen en presentaties, voor mezelf en voor anderen. Waarom zou ik die diensten dan niet eens tegen betaling aanbieden aan (vooral) collega-ondernemers?

Het is niet omdat het op de andere rijbaan niet fijn rijden is, of te leeg. Het is vooral omdat ik dit werk gewoon óók heel erg leuk vind. En het schijnt dat dat erg belangrijk is voor een zinvolle levensinvulling.

Eenvoudig

Ik ben geen professioneel tekstschrijver of vormgever. Het ontwikkelen van bedrijfslogo’s en huisstijlconcepten, het maken van bedrijfsfilms of complete reclamecampagnes laat ik graag aan anderen over, die er de skills en de tools voor hebben. Ik ken er een paar die daar ijzersterk in zijn. Nee, ik hou het eenvoudig. Komt de gedachte in je op: “Ik moet eigenlijk effe snel een ….. (vul in: brief, mailing, advertentie, presentatie, uitnodiging) hebben”, laat dat dan direct volgen door de gedachte om contact met mij op te nemen. Mail naar info@casperkalb.nl. Bel naar 06-20077740.

Ik heb er veel zin in. En ik hoop dat ik jullie veel kan laten zien van mijn teksten, ontwerpen en presentaties. Ik zie trouwens nu pas dat de beginletters het woord TOP vormen. Top!