Tagarchief: politiek

Verkiezingspraat (5): de uitslag

Er is een politiek duider aan mij verloren gegaan: ik zat er warempel niet ver vanaf met mijn voorspelling van de uitslag. Tenminste, als het om de grote beweging gaat. Drie zetels verlies voor het CDA, Dorpspartij gelijk, en de winst ging naar VVD, D66 en Lokale Realisten. Die laatste twee had ik omgewisseld (2 om 3 zetels) en de winst van de VVD had ikzelf wat hoger ingeschat. Zwaar vergist heb ik mij domweg in de aantrekkingskracht van Sociaal Gemert-Bakel. Dus eigenlijk valt het nogal mee met mijn voorspellende gaven 🙂 De coalitie voorspellen is ook niet zo moeilijk trouwens: de oude + 1.

Miserabel bij deze verkiezingen is natuurlijk de lage opkomst en dat was in Gemert-Bakel niet anders. In sommige stembureaus lag het op 30%, nog niet eenderde. Ik denk dat daar in de komende jaren een project van gemaakt moet worden (aandrijving nodig? haha), om ervoor te zorgen dat je niet nog eens door een soort van ondergrens zakt, want die is met minder dan 50% toch wel bereikt. Maar ook al is het 55%, dan nog geven veel te weinig mensen zich over aan de democratie. Je kunt er neerbuigend over doen, je kunt je afkeren van ‘politieke spelletjes’, je kunt menen dat het toch niets uithaalt, maar ik ben er nog altijd van overtuigd dat de mensen die zich politiek activeren in overwegende mate het beste voor hebben met de Gemert-Bakelse gemeenschap en ik vind dat ze best wat meer ondersteund mogen worden voor hun bezigheden in de vorm van draagvlak in het stemhokje.

Misschien dat de populariteit van de uitslagenavond nog een boost gegeven kan worden. Onder het genot van een (gratis!) pilsje en hapje gespannen en ontspannen uitkijken naar weer een uitslag, ondertussen loerend naar de reacties van de politici en de coalitievormende bewegingen die zij na de einduitslag maken, wie wil dat nu niet? Nou, op dit moment ontzaglijk veel mensen, want ik was echt wel een van de weinigen die niet uit hoofde van zijn of haar functie daar was. Gelukkig waren daar mijn oud-collega’s van het gemeentehuis die hun vierjaarlijkse taak op het stembureau nog altijd met verve volbrengen en met wie het gezellig buurten was. Ik vond het – alhoewel niet zo spectaculair als in andere jaren door de volgens mij voor bijna iedereen verwachte uitslag – weer een leuke avond.

Over vier jaar weer! (Enne, Stefan: the floor is yours!:-)

Verkiezingspraat (4): de machtsbalans

De gang naar het rode potlood wordt al door menigeen gemaakt deze dagen, en ik ben er nog steeds niet helemaal uit. Er is geen voorman- of voorvrouw die mij in het bijzonder aanspreekt of bijzonder aansprekende resultaten heeft neergezet en via de inhoud ben ik nog niet helemaal tot een slotsom gekomen. Dan is nu de vraag: waar komt het op aan als ik me richt op de term ‘strategisch stemmen’?

Machtsbalans

Laten we even het spelletje spelen dat ik met mijn ene stem de macht heb om de krachtsverhouding te bepalen of bepalend bij te sturen. Dan zou ik – dat is me nu eenmaal van huis uit ingegeven – een stem bezijden de macht plaatsen. Dat betekent in Gemert-Bakelse kringen: niet op het CDA. Dit kost me niet veel moeite, aangezien ik noch op de persoon, noch op de inhoud omver geblazen ben door partij nummer 1 op de kieslijst. Ondanks mijn inspanningen afgelopen jaren om een boek over hun lokale boegbeeld te schrijven. 

Overigens denk ik dat de macht van het CDA niet wordt ingeperkt door wat ik met mijn stem doe. De partij doet er goed aan zich in te dekken voor een teleurstelling, is mijn welgemeende advies. Landelijk is het natuurlijk electoraal al huilen met de pet op, lokaal moeten we concluderen dat de mensen die het CDA-gezicht vormen zich eigenlijk nog helemaal moeten bewijzen. Dat was in het verleden anders, met Harrie Verkampen, Inge van Dijk en Anke van Extel-van Katwijk als ervaren sterkhouders. Interessant is het daarbij het proces-verbaal van de vorige verkiezingen er eens bij te pakken. De twee voornoemde dames haalden samen met Miranda de Ruiter 3145 stemmen van de 5539, dat is ruim 55%. Alle drie hebben ze de lokale politiek verlaten. Willeke van Zeeland was vier jaar geleden ook een behoorlijke stemmenstinger en ik dicht ze echt wel een mooie toekomst toe, maar de huidige lijsttrekker was in 2018 nog niet zo in trek. Dat wil niet alles zeggen (mensen stemmen nu eenmaal op lijst 1, nummer 1) maar gevoegd bij de landelijke trend en het feit dat het CDA haar 11 zetels de vorige keer mede te danken had aan twee restzetels denk ik: mwa.

Als ik denk in tegenmacht, dan zou ik VVD moeten stemmen. Ontegenzeggelijk is Jan Vroomans de politieke tegenstrever van het CDA die het meest in de picture stond de afgelopen jaren. Maar ik ga gewoon geen VVD stemmen. Ik doe het niet. Punt. Teveel de partij van ongemakkelijke posters, boter-op-het-hoofd-uitspraken, radicaal marktdenken en “Links is de schuld van alles, hoewel wij zelf al weet ik hoelang regeren”. Lokaal heeft last van landelijk, in mijn geval.

Voorspelling

Ondanks dat Ă­k niet op Jan stem, verwacht ik dat best wel wat mensen in Gemert-Bakel dat wel gaan doen. De vier zetels waar de VVD op mikt, zouden best wel eens binnen handbereik kunnen zijn, al was het maar omdat de proteststemmers vier jaar geleden ook terecht konden bij Ton Vogels (toen Lokale Realisten/D66) en Jan Hoevenaars (toen SP) en dat is nu niet meer. De laatste partij (inmiddels Sociaal Gemert-Bakel geheten) valt terug vanwege alles-net-niet, ten faveure van de PvdA schat ik in. Die partij hoeft ‘maar’ 200 stemmen meer te krijgen dan de vorige keer voor een zetel en dat moet toch haalbaar zijn, zou je zeggen. Zeker met zo’n helder kasteelstandpunt. 

En de Dorpspartij? Ach ja, de Dorpspartij. In mijn geheugen scoren die altijd hetzelfde. Het kan een zeteltje meer of minder schelen, maar hun ‘fanbase’ is volgens mij hondstrouw, ik weet niet beter. Resteren nog D66 en de Lokale Realisten, gaandeweg tijdens de afgelopen rit gesplitst. Zij fladderen wat in het midden, waren oppositie maar begeven zich net zo gemakkelijk naar de andere kant na morgen, om de coalitie met CDA en VVD compleet/breed te maken. D66 lijkt me de wind mee te hebben vanuit Den Haag: hoewel de ongemakkelijke momenten zich ook daar aaneenrijgen, gaat de partij er lokaal toch wel iets van meepikken dat ze de tweede van het land zijn. 

Zodoende komt mijn persoonlijke peiling, geheel ontstaan in de krochten van mijn gedachten, niet stoelend op noemenswaardig succes bij dit soort raadspelletjes in het verleden, uit op de volgende zetelverdeling in de Gimmertse raad:

CDA                                         8

Dorpspartij                            4

VVD                                         4

PvdA                                        1

D66                                          3

Lokale Realisten                      2

Sociaal Gemert-Bakel             1

De oplettende lezer zal merken dat ik heel behendig van mijn eigen stemkeuze naar een algemene voorspelling ben gegaan in dit stukje tekst. Dat is bewust. Ik laat het nog even marineren, deductief komen we toch al best een eindje. Morgen zeg ik: dit wordt ‘m!

EĂ©n ding staat als een paal boven water: stemmen zal ik. Want om niet mijn mening te mogen verkondigen over lokale aangelegenheden, dat is voor mij niet te verkroppen. En door niet te stemmen zou ik dat recht verspelen. Doe met mij mee en bezoek uw stembureau!

Verkiezingspraat (3): de inhoud

Er zijn gemeenteraadsverkiezingen geweest waarbij ik me in mijn keuze vooral heb laten leiden door de indruk die de betreffende politieke voorman of -vrouw achterliet in het lijsttrekkersdebat. Dit jaar red ik het daar niet mee. Dan moet het misschien tóch van de inhoud komen. Gelukkig voor mij en andere kiezers heeft het Gemerts Nieuwsblad de verkiezingsprogramma’s doorgenomen en de boel aardig op een rij gezet. Ik pik er eens een paar onderwerpen uit die mij aan het hart gaan: de visie op ruimtelijke ordening en dan met name het buitengebied, klimaat en natuur en het kasteel (woningbouw kwam al in mijn eerste verkiezingsblog aan bod).

Visie op het buitengebied

Zo, de boer is het haasje. Dat is wel mijn conclusie als ik de samenvatting lees van de standpunten. De intensieve veehouder althans, als het aan D66, Lokale Realisten, PvdA, Sociaal Gemert-Bakel en de VVD ligt. Het is natuurlijk een herkenbaar sentiment, actueel gevoed door de discussie over de uitbreiding van een Gemerts varkensbedrijf. Ik vind de benadering echter wat eng, niet spookhuis-eng maar: beperkt. Natuurlijk is dit een thema, maar er is zoveel meer aan de hand in het buitengebied. De al dan niet afgedwongen terugtrekkende beweging van de veehouderij roept allerlei nieuwe vragen op over de verdeling van de ruimte en de functies die met elkaar samen kunnen gaan en in welke vorm dit dan moet gebeuren. Ik zie daar niet heel veel van terug; misschien bij het CDA die het heeft over het herzien van het VAB-beleid, of bij Lokale Realisten die eigenlijk nog het meest de indruk wekken breed na te denken over een toekomstplan. Dat verengen zij dan wel weer tot zones rond kernen zonder uitbreiding van veehouderij ten faveure van andere functies (hé, waar hebben we dat eerder gehoord? En schuift de zone op zodra het dorp uitbreidt, net zolang tot we bij de bossen zijn aanbeland? En betekent het dat andere functies buiten die zone niet welkom zijn?), maar het begint wel bij denken in termen van visie natuurlijk. Ik zou dat als positief punt willen betitelen.

Klimaat en natuur

Dit alomvattende thema is alom aanwezig en dat maakt het ook misschien nu al wat ongrijpbaar of te onbepaald, eigenlijk nog voordat de noodzakelijke maatregelen goed en wel aan de orde zijn. Iedereen voelt wel dat er iets moet gebeuren, zeker ook ikzelf, maar de stap naar acties die verdergaan dan zonnepanelen en warmtepompen zet nog maar een handjevol mensen. Toch het nog meer moeten ‘verinnerlijken’ (om maar eens een lelijke term te gebruiken die ik van blok 1.3 van het eerste jaar Milieubeleid op de universiteit heb onthouden) en daar hoort een krachtig geluid bij vanuit de politiek. Voor mij zijn biodiversiteit, natuurontwikkeling en (zwerf)afval aansprekende onderwerpen waar de gemeenteraad ook echt een goede rol in kan spelen. 

Waar Lokale Realisten op het vorige thema zo goed bezig waren, is de samenvatting nu: “maak een aanspreekpunt voor advies over verduurzaming”. Ja, dat zal ze leren! De Dorpspartij komt met een ambitieus ogend idee om de natuurgebieden Stippelberg en Grotelse Heide te verbinden, maar volgens mij kun je nu van De Rips naar de Heikantseweg lopen over paden door de bossen en dan hoef je maar Ă©Ă©n keer de harde weg over. Ik word ook niet warmgemaakt door de samenvatting van de ideeĂ«n van het CDA, PvdA en VVD. Iets over luchtkwaliteit en regenwater afkoppelen. Slapjes. Eigenlijk valt op dit thema de samenvatting van D66 bij mij het meest in goede aarde: klimaat-robuuste inrichting, hergebruik in plaats van wegwerpen, gezonde leefomgeving, alle keuzes van vandaag moeten goed zijn voor morgen. Dat biedt aanknopingspunten denk ik. 

Het kasteel

Tsja, onze parel
.. ik volg dit onderwerp natuurlijk nauwgezet zoals bekend. De politieke standpunten spitsen zich nu eigenlijk alleen maar toe op het wel of niet bebouwen van de landerijen. Qua inhoud heb ik daarover persoonlijk niet echt een uitgesproken mening (behalve over het bouwen op het voetbalveld, dat vind ik een verschrikkelijk idee), maar waar ik vooral geïnteresseerd in ben is het proces: welke rol neemt de gemeente op zich, nu al bekend is dat de tegenstanders hun messen slijpen en daarvoor genoeg munitie krijgen aangereikt door een gebrekkig proces en juridisch rammelende besluitvorming? Welke verantwoordelijkheid meent de gemeenteraad te hebben in dit majeure project: wil ze sturend aanwezig zijn om de herontwikkeling tot een goed einde te brengen of laten ze de projectontwikkelaar de kastanjes uit het vuur halen, jarenlang strijden in de rechtbanken en als het niet lukt jammer dan?

De PvdA heeft onbedoeld de grappigste opmerking van allemaal. Zij zijn ‘faliekant tegen het betrekken van de directe omgeving van het kasteel bij de plannen’. Verder weg van de geest van de omgevingswet (participatie!) kun je niet staan, haha. Maar ze bedoelen natuurlijk het bouwen in de directe omgeving van het kasteel. Ze zijn wel heel duidelijk en dichten de gemeenteraad een prominente rol toe in de verdere planvorming. Opvallend is dat de VVD blijkbaar geen mening heeft op dit thema, maar dat wordt verderop in de krant goedgemaakt. Of: goedgemaakt….woningbouw is alleen voorstelbaar als de ontwikkelaar geld tekort komt, zegt de partij. Geloof me: dat kan hij wel aantonen hoor. De VVD miskent daarmee – ondanks dat de provincie in dezelfde zin genoemd wordt – dat instemming verkrijgen vanuit Den Bosch moet voortkomen uit ruimtelijke, cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten en niet uit geld.

Verder is de samenvatting vooral een opsomming vóór of tegen bebouwing. Nou ja, vóór wordt eigenlijk nergens direct genoemd, maar neem maar van mij aan dat CDA’s ‘Behoud door ontwikkeling’ precies dat betekent. Dat kán, maar door de belabberde aansturing van het kasteelplan vanuit het gemeentehuis door achtereenvolgende CDA-wethouders ontwikkelen ze voorlopig vooral veel discussies en rechtszaken ben ik bang. Volgende verkiezingen meer hierover
. 

Langs de lijnen van de inhoud – om met Sigrid Kaag te spreken – vernauwt mijn keuzepalet zich wel enigszins nu, moet ik zeggen. Goed beschouwd zijn er eigenlijk nog drie in de race. Dat belooft wat de komende dagen in mijn brein.

Verkiezingspraat (2): het debat

Gisterenavond brachten Omroep Centraal en het Gemerts Nieuwsblad het lijsttrekkersdebat naar ons, de kiezers, toe. Ik kan me nog erg interessante avonden herinneren in De Eendracht, waar ik ook live bij was en waar de spanning tussen de deelnemers voelbaar was. Nu moesten we het alleen met beeld doen. Tussendoor zappend naar de Giro555-avond (er zijn ook andere dingen gaande) kwam ik tot de conclusie dat het helaas deze keer een ‘annĂ©e sans’ dreigt te worden: een jaar zonder.

Ik heb een boek geschreven over iemand die twaalf keer actief heeft meegedaan aan de gemeenteraadsverkiezingen (en nu – zijn veertiende keer – zelfs nog lijstduwer is) en daarbij ook meerdere keren (of eigenlijk altijd wel) de ‘top dog’ ofwel de te kloppen man was. Wie “Kumt Goewd” leest, zal concluderen dat de vierjaarlijkse stembusgang vaak genoeg een dreh- und angelpunkt is geweest in de lokale politiek. We herinneren ons natuurlijk de machtsomwentelingen van 1999 en 2010 en de verkiezingen daarna, die de boel weer omflipten. Of de strijd van 1986, toen er ook van alles broeide. Dat had misschien niet zozeer met inhoudelijke onderwerpen te maken, maar meer met machtsverhoudingen en bestuurscultuur. En met sterke mensen, waar Harrie Verkampen zeker toe behoorde.

Maar er waren ook genoeg jaren dat het ‘gewoon doorging’. Dat er geen grote onderwerpen op tafel lagen en een richtingenstrijd zich in geen velden of wegen liet bekennen. Een jaar zonder. Ik heb het gevoel dat we in Gemert-Bakel nu weer zo’n jaar hebben. Niet dat er geen onderwerpen zíjn, maar ze zijn of nog niet echt ontvlamd (het kasteel, maar dat komt over vier jaar wel denk ik, als de chaos op zijn hoogtepunt is), of nog ‘under investigation’ (Cultuurhuis, geurbeleid) of gewoon geen sexy verkiezingsmateriaal (laten we wel wezen: alles waar geen ruimtelijke ordening aan te pas komt).

De mensen

Er zijn ook geen sterke mensen die eens even flink aangepakt zouden moeten worden in zo’n debat, of twee duidelijke opponenten. De lijsttrekker van de VVD (die ik hartstochtelijk heb horen pleiten voor sociale huurwoningen en jongerenwerkers) probeerde het even aan het eind in zijn een-op-een debat met de lijsttrekker van het CDA, maar die trok zijn “why can’t we all just get along?”-kaart, dus dat werd niks. De overige lijsttrekkers zijn aardige lieden met het hart op de goede plek, zeer oudgediend soms, maar retorisch niet vlammend. De nieuweling van D66 was redelijk goed bezig, maar verslikte zich toen hij uitsprak dat het moeilijk is om in De Mortel de supermarkt overeind te houden
als je niet weet dat daar inmiddels het succesvolle Dorpskantoor zit dan heb je voor mij natuurlijk afgedaan, haha.

We hebben nog een week, misschien komt het allemaal nog wat meer tot leven in Gemert-Bakel, maar ik ben er bang voor. EĂ©n belangrijke les neem ik wel mee van gisterenavond: waar zouden wij als kiezer en hullie als politici zijn zonder de lokale media? Zowel de krant als de omroep staan -om verschillende redenen- onder druk en als zij daaraan bezwijken zou dat funest zijn. Het waarborgen van de lokale nieuwsvoorziening, dĂĄt zou nog eens een goed en belangrijk onderwerp zijn om als raad in de komende periode je tanden in te zetten.

Het debat: het heeft wel wĂĄt geholpen, maar ik ben er nog niet uit.

Verkiezingspraat (1): betaalbare woningbouw

De gemeenteraadsverkiezingen komen eraan, een vierjaarlijks ijkmoment waar ik naar uit kijk. De uitslagenavonden in het gemeentehuis van Gemert zijn legendarisch. En de inleidende beschietingen vaak interessant. Ik volg de verrichtingen van de wannabe volksvertegenwoordigers in ieder geval op de voet. Ook dit jaar. Ik zal er ook eens een enkele keer iets over schrijven, over iets dat opvalt, over taalgebruik. Dit blog gaat over ontegenzeggelijk hét onderwerp van de gemeenteraadsverkiezingen 2022: de woningbouw.

Wat is betaalbaar?

In Gemert-Bakel zijn nog niet alle verkiezingsprogramma’s gepubliceerd, maar uit artikelen in de krant en berichten op de websites kun je wel afleiden dat de immens treurige situatie op de woningmarkt probleem nummer Ă©Ă©n is. En ronkende, maar toch buitengewoon algemeen geformuleerde teksten hierover trekken aan ons voorbij. De algemeenste tekst: â€œwe gaan zorgen voor voldoende betaalbare woningbouw”. Kernpunt 1 van het coalitieakkoord is al klaar, want iedereen wil dit.  

Ik ben geen expert in de woningmarkt-problematiek, anderen kunnen zich daarom veel gemakkelijker een veelomvattende visie permitteren dan ik. Maar ik kan wel lezen en me dan vragen gaan stellen. De vraag die nu vooral blijft hangen is: wat is betaalbaar? 

Is een betaalbare woning een woning die ‘niet duur’ of ‘te betalen’ is? Dat is immers de betekenis die Van Dale eraan geeft. Maar wat is te betalen? Voor wie? De woningzoekenden – vaak jonge stellen – buitelen over elkaar heen om de schaarse woningen die op Funda komen te kunnen bezichtigen. Ze rekken en strekken om een uiterst bod te kunnen doen waarvan je weet dat het om te beginnen al tienduizenden euro’s boven de vraagprijs moet liggen. Biedingen van 350.000 euro voor een bescheiden rij- of hoekwoning, daar kijkt niemand van op. Deze bieders hebben advies gevraagd aan de hypotheker van dienst en warempel: het blijkt te betalen. Is dat dan betaalbare woningbouw?

Is een betaalbare woning een woning tot een bepaalde verkoopprijs? Laten we zeggen: 250.000 euro. Klinkt betaalbaar, voor veel mensen. Maar de ontwikkelaar zegt: ja ammehoela, als ik mijn woning verkoop voor 250.000 euro, wordt diezelfde woning een maand later weer verkocht voor drie ton of meer. Want dat is hij in deze markt gewoon waard. En dieven van de eigen portemonnee, dat zijn mensen niet graag.

Is een betaalbare woning een starterswoning? Ook al zo’n mooie term, met een bijna sleets geraakte definitie. In de volksmond is een starterswoning een goedkope woning, maar een starter is bij definitie ‘iemand die zich voor het eerst op de markt voor koopwoningen begeeft’. Dat zijn heel veel verschillende mensen, met verschillende banen, verschillende ouders en dus verschillende bestedingsmogelijkheden. Heel veel overbieders van nu (die uit de voorvorige alinea) zijn gewoon starters. 

Is een betaalbare woning dan een sociale huurwoning? Dat wordt ook vaak aan elkaar gekoppeld. We kunnen stellen dat dit inderdaad klopt, een sociale huurwoning hoort betaalbaar te zijn. Zo zijn ze bedoeld en in dit speelveld is het al jaren een drama. Dus vooral bouwen deze woningen. Maar om dan een bouwoffensief enkel gericht op sociale huurwoningen te lanceren als oplossing van het woonprobleem is een onvolledige aanpak. Verreweg de meeste mensen komen niet eens in aanmerking voor een sociale huurwoning vanwege de inkomensgrens. De woningnood onder de mensen die in feite elke politieke partij voor ogen heeft, blijft dus gewoon bestaan.

Regelen

EĂ©n vraag over Ă©Ă©n term en de veelkoppigheid van het monster dat woningnood wordt genoemd komt al pregnant naar voren. Ik benijd de politiek ook niet in deze. Toch heb ik er wel behoefte aan dat de politieke partijen hun algemeenheden wat concretiseren, dat ze de bovenstaande vragen voor mij beantwoorden. Op dit moment valt er namelijk niets te kiezen: iedereen zegt hetzelfde.

En dan volgt de volgende stap: het ook daadwerkelijk regelen. Dat is weer een heel ander chapiter. Je kunt wel iets roepen, maar als je niet de instrumenten aangrijpt om sturing te geven (klik hier voor een veelgedeeld artikel hierover), verandert er niets omdat je doet wat je altijd al deed. Tot nu toe zijn dat soort acties achterwege gebleven in onze gemeente. En dus moet er met veel pijn, moeite en ongemakkelijke gesprekken met partijen onderhandeld worden over een aandeel sociale huurwoningen in de plannen of over maximum verkoopprijzen. Dat kost veel tijd en tijd is nu juist iets wat we ons niet kunnen veroorloven. 

Iedereen is gebaat bij een helder beleid, vlotte besluitvorming en een gezonde woningmarkt. Maar er zal nog heel wat water door de Rips stromen voordat we op dat punt zijn, vrees ik. Betaalbare woningbouw: een schoolvoorbeeld van makkelijker gezegd dan gedaan.

De gemeente als regisseur: vasthouden of loslaten?

Het is dĂ© hedendaagse worsteling van gemeenten en initiatiefnemers: hoe geven we inhoud aan de regisseursrol van de gemeente? De regisseur als begrip werd populair toen het gemeentelijk budget en het personeelsbestand in de voorbije jaren snel slinkten. De gemeente had geen mensen en geen geld meer om overal de kar te trekken en zou zich nog beperken tot de ‘regisseursrol’ en het initiatief vooral aan de markt en de burgerij overlaten. Los van de min of meer praktische noodzaak is dat ook best een nobele opvatting.

Regisseurs

Maar ja, dat kun je roepen, en dan moet het uitgevoerd worden. En hoe doe je dat? Je hebt als gemeente jarenlang vastgehouden, nu moet je loslaten. Eng. Wat als er iets gebeurt dat je niet welgevallig is? De gemeente is er hoe dan ook voor de controle dat het goed komt Ă©n (en dit geldt vooral denk ik) wordt er ook op aangesproken als dat niet het geval is. Je kunt het toch niet compleet aan de burgers overlaten, dat heeft het verleden wel bewezen. Geef ze een vinger……

Maar als die angst doorschiet wordt de initiatiefnemer overstelpt met randvoorwaarden en toetsing van plannen die elke eigen inbreng toch weer reduceert tot precies dat, wat de gemeente wil. Zo kan ik ook regisseur zijn.

Er zijn ook verschillende typen regisseurs. Je hebt er die er heel strak op zitten, waarbij de bewegingen van de acteurs nauwgezet worden voorgedaan en alle takes minstens twintig keer over moeten. Je hebt ook regisseurs die de acteurs ‘vrij laten’ en ‘in hun kracht zetten’ zodat het creatief proces vanzelf zorgt voor een goede film. Wat is de beste methode? Van de acteurs krijgen we helaas geen waarheidsgetrouwe informatie vrees ik, want elke regisseur met wie ze werken is fan-tĂĄs-tisch! Misschien is “regisseur” dus ook wel niet zo’n goede term.

Lloret de Mar

Ik denk eerder aan een andere metafoor, een beeld dat we de afgelopen maanden weer om ons heen hebben gezien. De tiener die voor het eerst met vrienden naar Lloret de Mar gaat. Ai. Dat kan goed fout gaan. Maar iedereen weet: eens komt dat moment. Je had hem zo goed vast en nu moet je hem loslaten. Met de bus. Vrienden. Zon. Drank. Strand. De Liefde. Het beste -nee: het enige- wat pap en mam kunnen doen is hun kind wijzen op de gevaren, de lessen uit de opvoeding nog eens neerleggen en dan toch ook vooral heel veel plezier wensen. Wetend dat hij of zij tenminste íets zal doen wat niet mag, nauwelijks door de beugel kan of niet verstandig is. Maar ja, dat hoort bij het proces. Is het erg? Als je zoon niet in de gevangenis terecht komt, de borg voor de hotelkamer terug heeft en het ook nog eens ontzettend gaaf heeft gehad, moet je dan meer willen?

Het is denk ik geen kwestie van vasthouden Ăłf loslaten. Het is omarmen Ă©n loslaten. Hier jongen, let hier en daar op, je weet zelf ondertussen wel wat goed voor je is en wat niet. Ik heb vertrouwen in je. We zien je verhalen graag tegemoet. Have fun!

Is dat nou geen mooi beeld voor de samenwerking tussen gemeente en initiatiefnemers? Vergeet vasthouden Ăłf loslaten: omarmen Ă©n loslaten, ik denk dat het kan werken.

De meest gestelde vraag: Wat mag er?

Ik zoek een ei, maar niet zomaar een ei. Ik zoek het Ei van Columbus, of zoals Wikipedia het uitdrukt: een simpele oplossing voor een moeilijke opgave. De simpele oplossing dient zich nog niet aan, maar de moeilijke opgave manifesteert zich maar al te vaak. Het heeft te maken met de vraag die mij het meest gesteld wordt als het gaat om ruimtelijke plannen of ideeĂ«n: ‘Wat mag er?’ of de in principe betere variant (want dan is er een concreet plan): ‘Mag dat?’.

Afvinken

Iemand wil iets kopen. Een pand, of een stuk grond. Maar ja, hij wil er wel iets mee doen en het liefst zodanig dat dat object meer waarde krijgt. Even Casper bellen. “Wat mag er?”. Ik kreeg de vraag ook zo vaak toen ik nog in het gemeentehuis werkte. Het doel is natuurlijk om door middel van een snel antwoord, het afvinken van een lijstje, duidelijkheid te krijgen over de mogelijkheden, de aankoop af te ronden en het pand of stuk grond te gaan gebruiken zoals de initiatiefnemer het wil. Maar een snel antwoord is er eigenlijk nooit.

Ja, dat is er wel maar dat kan iedereen lezen. Het heet ‘het bestemmingsplan’. Ook een medewerker van de gemeente zal eerst het bestemmingsplan voorlezen. Dat is wat er mag. Soms kun je het nog wel eens over interpretatie van begrippen hebben, maar doorgaans is het wel duidelijk. Toch zou het de duuzendste tref zijn als het bestemmingsplan juist dĂĄt toelaat wat de initiatiefnemer voor ogen heeft.

Het Land van Mitsen en Maren

En dan betreed je het Land van Mitsen en Maren. Welcome in my world. Het land ligt bezaaid met wijzigingen, ontheffingen, herzieningen (en dus mogelijkheden) maar de Heilige Graal van de Duidelijkheid is pas ergens achter de horizon te vinden. Je komt er wel, maar het kost tijd. En ondertussen zegt de gemeenteraad “mits de rechter er geen stokje voor steekt”, zeggen B&W “mits er geen bezwaren komen en de raad het plan vaststelt en de rechter er geen stokje voor steekt” en zeg ik “mits het college mee wil werken en er geen bezwaren komen en de raad het plan vaststelt en de rechter er geen stokje voor steekt”. Dat is eigenlijk een onbevredigende toevoeging aan elk antwoord op de vraag ‘wat mag er/mag dat?’.

De tijd om al die mitsen en maren te overbruggen kunnen de energie uit het initiatief halen. Er zullen genoeg buitenkansen door om zeep geholpen worden. Maar ja, het is niemands schuld, of iedereen zijn schuld. Het is maar hoe je het bekijkt. We hebben samen, met heel onze democratie, het Land van Mitsen en Maren van de grond af opgebouwd. We hebben ermee te dealen. Goed, ik verdien er voor een deel mijn brood mee om het dan toch nog zo snel mogelijk te fixen, maar het is me heel wat waard om een formule te vinden die de zo vurig gewenste duidelijkheid in een veel eerder stadium op tafel kan leggen. Dat geeft positieve energie aan plannen in een tijd dat we die hard nodig hebben.

Tsja. Verder dan dit kom ik even niet. Ik nodig Columbus graag uit om hier eens een ei over te komen leggen.

Witte rook

VerkiezingenZe zijn er uit. Het college van mijn gemeente Gemert-Bakel staat. En ik moet zeggen: chapeau. De drie kemphanen uit de vorige periode gebroederlijk bij elkaar, er zijn momenten geweest in de afgelopen jaren dat dat een onmogelijkheid leek. Is de politiek onnavolgbaar, of is mijn politiek inzicht niet zo groot als ik zelf graag zou willen geloven? Ik denk dat je het formatieproces van binnenuit mee moet maken om het Ă©cht te begrijpen. Laat ik wel zeggen: het is goed zo.

Schaduwen

In een van mijn vorige blogs deed ik nog een stoere duiding van de verkiezingsuitslag, en mijns inziens klopt die nog steeds. Ik eindigde toen ook met de wens dat er vanaf nu vooruit gekeken wordt en geschiedenissen geschiedenissen worden gemaakt. Dat doen ze dan toch wel weer een stukje sneller dan ik had gedacht, waarvoor hulde. Er is een fraai staaltje over-eigen-schaduwen-springen getoond. Uiteraard naar eigen zeggen in het belang van Gemert-Bakel, maar hoe vaak wordt het eigen belang wel niet in termen van algemeen belang verwoord? Het zit er natuurlijk altijd wel bij, want macht (aandacht) en overleven zijn begrippen die met het politieke spel verweven zijn. Maar in dit geval heb ik toch de neiging om te geloven dat de ‘brede coalitie’ en de mix van ervaring en nieuw ook echt als beste oplossing voor de problemen en uitdagingen wordt gezien.

Tevreden

Ik ben het daar ook wel mee eens. De bijtende discussies van de afgelopen tijd, de jijbakken en oorwasserijen van een jaar of drie geleden, het geeft lekkere televisie op de lokale omroep, maar het is ook tegelijk tenenkrommend en a-productief. DĂĄt leek iedereen gaandeweg ook wel in te zien, met als bewijs deze coalitie. Zoals Hans Teeuwen ooit zei: “De rust keert weder in mijn nederige houthakkersstulpje”. Daar lijkt het althans op. Voor alle mensen die betrokken zijn bij de ontwikkelingen in de gemeente (als ambtenaar, politicus, ontwikkelaar, adviseur, ondernemer, inwoner enz.) is het zĂł veel prettiger als er een positieve stroom is. Dan bereik je wat, dan wil iedereen bij je horen, dan los je problemen op. Dat is overigens een universele wijsheid.

Ik wens het nieuwe college van Gemert-Bakel oprecht alle goeds toe.