Er is een politiek duider aan mij verloren gegaan: ik zat er warempel niet ver vanaf met mijn voorspelling van de uitslag. Tenminste, als het om de grote beweging gaat. Drie zetels verlies voor het CDA, Dorpspartij gelijk, en de winst ging naar VVD, D66 en Lokale Realisten. Die laatste twee had ik omgewisseld (2 om 3 zetels) en de winst van de VVD had ikzelf wat hoger ingeschat. Zwaar vergist heb ik mij domweg in de aantrekkingskracht van Sociaal Gemert-Bakel. Dus eigenlijk valt het nogal mee met mijn voorspellende gaven đ De coalitie voorspellen is ook niet zo moeilijk trouwens: de oude + 1.
Miserabel bij deze verkiezingen is natuurlijk de lage opkomst en dat was in Gemert-Bakel niet anders. In sommige stembureaus lag het op 30%, nog niet eenderde. Ik denk dat daar in de komende jaren een project van gemaakt moet worden (aandrijving nodig? haha), om ervoor te zorgen dat je niet nog eens door een soort van ondergrens zakt, want die is met minder dan 50% toch wel bereikt. Maar ook al is het 55%, dan nog geven veel te weinig mensen zich over aan de democratie. Je kunt er neerbuigend over doen, je kunt je afkeren van ‘politieke spelletjes’, je kunt menen dat het toch niets uithaalt, maar ik ben er nog altijd van overtuigd dat de mensen die zich politiek activeren in overwegende mate het beste voor hebben met de Gemert-Bakelse gemeenschap en ik vind dat ze best wat meer ondersteund mogen worden voor hun bezigheden in de vorm van draagvlak in het stemhokje.
Misschien dat de populariteit van de uitslagenavond nog een boost gegeven kan worden. Onder het genot van een (gratis!) pilsje en hapje gespannen en ontspannen uitkijken naar weer een uitslag, ondertussen loerend naar de reacties van de politici en de coalitievormende bewegingen die zij na de einduitslag maken, wie wil dat nu niet? Nou, op dit moment ontzaglijk veel mensen, want ik was echt wel een van de weinigen die niet uit hoofde van zijn of haar functie daar was. Gelukkig waren daar mijn oud-collega’s van het gemeentehuis die hun vierjaarlijkse taak op het stembureau nog altijd met verve volbrengen en met wie het gezellig buurten was. Ik vond het â alhoewel niet zo spectaculair als in andere jaren door de volgens mij voor bijna iedereen verwachte uitslag â weer een leuke avond.
Over vier jaar weer! (Enne, Stefan: the floor is yours!:-)
De gang naar het rode potlood wordt al door menigeen gemaakt deze dagen, en ik ben er nog steeds niet helemaal uit. Er is geen voorman- of voorvrouw die mij in het bijzonder aanspreekt of bijzonder aansprekende resultaten heeft neergezet en via de inhoud ben ik nog niet helemaal tot een slotsom gekomen. Dan is nu de vraag: waar komt het op aan als ik me richt op de term âstrategisch stemmenâ?
Machtsbalans
Laten we even het spelletje spelen dat ik met mijn ene stem de macht heb om de krachtsverhouding te bepalen of bepalend bij te sturen. Dan zou ik â dat is me nu eenmaal van huis uit ingegeven â een stem bezijden de macht plaatsen. Dat betekent in Gemert-Bakelse kringen: niet op het CDA. Dit kost me niet veel moeite, aangezien ik noch op de persoon, noch op de inhoud omver geblazen ben door partij nummer 1 op de kieslijst. Ondanks mijn inspanningen afgelopen jaren om een boek over hun lokale boegbeeld te schrijven.
Overigens denk ik dat de macht van het CDA niet wordt ingeperkt door wat ik met mijn stem doe. De partij doet er goed aan zich in te dekken voor een teleurstelling, is mijn welgemeende advies. Landelijk is het natuurlijk electoraal al huilen met de pet op, lokaal moeten we concluderen dat de mensen die het CDA-gezicht vormen zich eigenlijk nog helemaal moeten bewijzen. Dat was in het verleden anders, met Harrie Verkampen, Inge van Dijk en Anke van Extel-van Katwijk als ervaren sterkhouders. Interessant is het daarbij het proces-verbaal van de vorige verkiezingen er eens bij te pakken. De twee voornoemde dames haalden samen met Miranda de Ruiter 3145 stemmen van de 5539, dat is ruim 55%. Alle drie hebben ze de lokale politiek verlaten. Willeke van Zeeland was vier jaar geleden ook een behoorlijke stemmenstinger en ik dicht ze echt wel een mooie toekomst toe, maar de huidige lijsttrekker was in 2018 nog niet zo in trek. Dat wil niet alles zeggen (mensen stemmen nu eenmaal op lijst 1, nummer 1) maar gevoegd bij de landelijke trend en het feit dat het CDA haar 11 zetels de vorige keer mede te danken had aan twee restzetels denk ik: mwa.
Als ik denk in tegenmacht, dan zou ik VVD moeten stemmen. Ontegenzeggelijk is Jan Vroomans de politieke tegenstrever van het CDA die het meest in de picture stond de afgelopen jaren. Maar ik ga gewoon geen VVD stemmen. Ik doe het niet. Punt. Teveel de partij van ongemakkelijke posters, boter-op-het-hoofd-uitspraken, radicaal marktdenken en âLinks is de schuld van alles, hoewel wij zelf al weet ik hoelang regerenâ. Lokaal heeft last van landelijk, in mijn geval.
Voorspelling
Ondanks dat Ăk niet op Jan stem, verwacht ik dat best wel wat mensen in Gemert-Bakel dat wel gaan doen. De vier zetels waar de VVD op mikt, zouden best wel eens binnen handbereik kunnen zijn, al was het maar omdat de proteststemmers vier jaar geleden ook terecht konden bij Ton Vogels (toen Lokale Realisten/D66) en Jan Hoevenaars (toen SP) en dat is nu niet meer. De laatste partij (inmiddels Sociaal Gemert-Bakel geheten) valt terug vanwege alles-net-niet, ten faveure van de PvdA schat ik in. Die partij hoeft âmaarâ 200 stemmen meer te krijgen dan de vorige keer voor een zetel en dat moet toch haalbaar zijn, zou je zeggen. Zeker met zoân helder kasteelstandpunt.
En de Dorpspartij? Ach ja, de Dorpspartij. In mijn geheugen scoren die altijd hetzelfde. Het kan een zeteltje meer of minder schelen, maar hun âfanbaseâ is volgens mij hondstrouw, ik weet niet beter. Resteren nog D66 en de Lokale Realisten, gaandeweg tijdens de afgelopen rit gesplitst. Zij fladderen wat in het midden, waren oppositie maar begeven zich net zo gemakkelijk naar de andere kant na morgen, om de coalitie met CDA en VVD compleet/breed te maken. D66 lijkt me de wind mee te hebben vanuit Den Haag: hoewel de ongemakkelijke momenten zich ook daar aaneenrijgen, gaat de partij er lokaal toch wel iets van meepikken dat ze de tweede van het land zijn.
Zodoende komt mijn persoonlijke peiling, geheel ontstaan in de krochten van mijn gedachten, niet stoelend op noemenswaardig succes bij dit soort raadspelletjes in het verleden, uit op de volgende zetelverdeling in de Gimmertse raad:
CDA 8
Dorpspartij 4
VVD 4
PvdA 1
D66 3
Lokale Realisten 2
Sociaal Gemert-Bakel 1
De oplettende lezer zal merken dat ik heel behendig van mijn eigen stemkeuze naar een algemene voorspelling ben gegaan in dit stukje tekst. Dat is bewust. Ik laat het nog even marineren, deductief komen we toch al best een eindje. Morgen zeg ik: dit wordt ‘m!
Er zijn gemeenteraadsverkiezingen geweest waarbij ik me in mijn keuze vooral heb laten leiden door de indruk die de betreffende politieke voorman of -vrouw achterliet in het lijsttrekkersdebat. Dit jaar red ik het daar niet mee. Dan moet het misschien tĂłch van de inhoud komen. Gelukkig voor mij en andere kiezers heeft het Gemerts Nieuwsblad de verkiezingsprogrammaâs doorgenomen en de boel aardig op een rij gezet. Ik pik er eens een paar onderwerpen uit die mij aan het hart gaan: de visie op ruimtelijke ordening en dan met name het buitengebied, klimaat en natuur en het kasteel (woningbouw kwam al in mijn eerste verkiezingsblog aan bod).
Dit alomvattende thema is alom aanwezig en dat maakt het ook misschien nu al wat ongrijpbaar of te onbepaald, eigenlijk nog voordat de noodzakelijke maatregelen goed en wel aan de orde zijn. Iedereen voelt wel dat er iets moet gebeuren, zeker ook ikzelf, maar de stap naar acties die verdergaan dan zonnepanelen en warmtepompen zet nog maar een handjevol mensen. Toch het nog meer moeten âverinnerlijkenâ (om maar eens een lelijke term te gebruiken die ik van blok 1.3 van het eerste jaar Milieubeleid op de universiteit heb onthouden) en daar hoort een krachtig geluid bij vanuit de politiek. Voor mij zijn biodiversiteit, natuurontwikkeling en (zwerf)afval aansprekende onderwerpen waar de gemeenteraad ook echt een goede rol in kan spelen.Â
Tsja, onze parelâŠ.. ik volg dit onderwerp natuurlijk nauwgezet zoals bekend. De politieke standpunten spitsen zich nu eigenlijk alleen maar toe op het wel of niet bebouwen van de landerijen. Qua inhoud heb ik daarover persoonlijk niet echt een uitgesproken mening (behalve over het bouwen op het voetbalveld, dat vind ik een verschrikkelijk idee), maar waar ik vooral geĂŻnteresseerd in ben is het proces: welke rol neemt de gemeente op zich, nu al bekend is dat de tegenstanders hun messen slijpen en daarvoor genoeg munitie krijgen aangereikt door een gebrekkig proces en juridisch rammelende besluitvorming? Welke verantwoordelijkheid meent de gemeenteraad te hebben in dit majeure project: wil ze sturend aanwezig zijn om de herontwikkeling tot een goed einde te brengen of laten ze de projectontwikkelaar de kastanjes uit het vuur halen, jarenlang strijden in de rechtbanken en als het niet lukt jammer dan?
De PvdA heeft onbedoeld de grappigste opmerking van allemaal. Zij zijn âfaliekant tegen het betrekken van de directe omgeving van het kasteel bij de plannenâ. Verder weg van de geest van de omgevingswet (participatie!) kun je niet staan, haha. Maar ze bedoelen natuurlijk het bouwen in de directe omgeving van het kasteel. Ze zijn wel heel duidelijk en dichten de gemeenteraad een prominente rol toe in de verdere planvorming. Opvallend is dat de VVD blijkbaar geen mening heeft op dit thema, maar dat wordt verderop in de krant goedgemaakt. Of: goedgemaakt….woningbouw is alleen voorstelbaar als de ontwikkelaar geld tekort komt, zegt de partij. Geloof me: dat kan hij wel aantonen hoor. De VVD miskent daarmee â ondanks dat de provincie in dezelfde zin genoemd wordt â dat instemming verkrijgen vanuit Den Bosch moet voortkomen uit ruimtelijke, cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten en niet uit geld.
Verder is de samenvatting vooral een opsomming vóór of tegen bebouwing. Nou ja, vóór wordt eigenlijk nergens direct genoemd, maar neem maar van mij aan dat CDAâs âBehoud door ontwikkelingâ precies dat betekent. Dat kĂĄn, maar door de belabberde aansturing van het kasteelplan vanuit het gemeentehuis door achtereenvolgende CDA-wethouders ontwikkelen ze voorlopig vooral veel discussies en rechtszaken ben ik bang. Volgende verkiezingen meer hieroverâŠ.Â
Langs de lijnen van de inhoud â om met Sigrid Kaag te spreken â vernauwt mijn keuzepalet zich wel enigszins nu, moet ik zeggen. Goed beschouwd zijn er eigenlijk nog drie in de race. Dat belooft wat de komende dagen in mijn brein.
Ik heb een boek geschreven over iemand die twaalf keer actief heeft meegedaan aan de gemeenteraadsverkiezingen (en nu â zijn veertiende keer â zelfs nog lijstduwer is) en daarbij ook meerdere keren (of eigenlijk altijd wel) de âtop dogâ ofwel de te kloppen man was. Wie âKumt Goewdâ leest, zal concluderen dat de vierjaarlijkse stembusgang vaak genoeg een dreh- und angelpunkt is geweest in de lokale politiek. We herinneren ons natuurlijk de machtsomwentelingen van 1999 en 2010 en de verkiezingen daarna, die de boel weer omflipten. Of de strijd van 1986, toen er ook van alles broeide. Dat had misschien niet zozeer met inhoudelijke onderwerpen te maken, maar meer met machtsverhoudingen en bestuurscultuur. En met sterke mensen, waar Harrie Verkampen zeker toe behoorde.
Maar er waren ook genoeg jaren dat het âgewoon doorgingâ. Dat er geen grote onderwerpen op tafel lagen en een richtingenstrijd zich in geen velden of wegen liet bekennen. Een jaar zonder. Ik heb het gevoel dat we in Gemert-Bakel nu weer zoân jaar hebben. Niet dat er geen onderwerpen zĂjn, maar ze zijn of nog niet echt ontvlamd (het kasteel, maar dat komt over vier jaar wel denk ik, als de chaos op zijn hoogtepunt is), of nog âunder investigationâ (Cultuurhuis, geurbeleid) of gewoon geen sexy verkiezingsmateriaal (laten we wel wezen: alles waar geen ruimtelijke ordening aan te pas komt).
De mensen
Er zijn ook geen sterke mensen die eens even flink aangepakt zouden moeten worden in zoân debat, of twee duidelijke opponenten. De lijsttrekker van de VVD (die ik hartstochtelijk heb horen pleiten voor sociale huurwoningen en jongerenwerkers) probeerde het even aan het eind in zijn een-op-een debat met de lijsttrekker van het CDA, maar die trok zijn âwhy canât we all just get along?â-kaart, dus dat werd niks. De overige lijsttrekkers zijn aardige lieden met het hart op de goede plek, zeer oudgediend soms, maar retorisch niet vlammend. De nieuweling van D66 was redelijk goed bezig, maar verslikte zich toen hij uitsprak dat het moeilijk is om in De Mortel de supermarkt overeind te houdenâŠals je niet weet dat daar inmiddels het succesvolle Dorpskantoor zit dan heb je voor mij natuurlijk afgedaan, haha.
Ik ben geen expert in de woningmarkt-problematiek, anderen kunnen zich daarom veel gemakkelijker een veelomvattende visie permitteren dan ik. Maar ik kan wel lezen en me dan vragen gaan stellen. De vraag die nu vooral blijft hangen is: wat is betaalbaar?
Is een betaalbare woning een woning die âniet duurâ of âte betalenâ is? Dat is immers de betekenis die Van Dale eraan geeft. Maar wat is te betalen? Voor wie? De woningzoekenden â vaak jonge stellen â buitelen over elkaar heen om de schaarse woningen die op Funda komen te kunnen bezichtigen. Ze rekken en strekken om een uiterst bod te kunnen doen waarvan je weet dat het om te beginnen al tienduizenden euroâs boven de vraagprijs moet liggen. Biedingen van 350.000 euro voor een bescheiden rij- of hoekwoning, daar kijkt niemand van op. Deze bieders hebben advies gevraagd aan de hypotheker van dienst en warempel: het blijkt te betalen. Is dat dan betaalbare woningbouw?
Is een betaalbare woning een woning tot een bepaalde verkoopprijs? Laten we zeggen: 250.000 euro. Klinkt betaalbaar, voor veel mensen. Maar de ontwikkelaar zegt: ja ammehoela, als ik mijn woning verkoop voor 250.000 euro, wordt diezelfde woning een maand later weer verkocht voor drie ton of meer. Want dat is hij in deze markt gewoon waard. En dieven van de eigen portemonnee, dat zijn mensen niet graag.
Is een betaalbare woning een starterswoning? Ook al zoân mooie term, met een bijna sleets geraakte definitie. In de volksmond is een starterswoning een goedkope woning, maar een starter is bij definitie âiemand die zich voor het eerst op de markt voor koopwoningen begeeftâ. Dat zijn heel veel verschillende mensen, met verschillende banen, verschillende ouders en dus verschillende bestedingsmogelijkheden. Heel veel overbieders van nu (die uit de voorvorige alinea) zijn gewoon starters.
Is een betaalbare woning dan een sociale huurwoning? Dat wordt ook vaak aan elkaar gekoppeld. We kunnen stellen dat dit inderdaad klopt, een sociale huurwoning hoort betaalbaar te zijn. Zo zijn ze bedoeld en in dit speelveld is het al jaren een drama. Dus vooral bouwen deze woningen. Maar om dan een bouwoffensief enkel gericht op sociale huurwoningen te lanceren als oplossing van het woonprobleem is een onvolledige aanpak. Verreweg de meeste mensen komen niet eens in aanmerking voor een sociale huurwoning vanwege de inkomensgrens. De woningnood onder de mensen die in feite elke politieke partij voor ogen heeft, blijft dus gewoon bestaan.
En dan volgt de volgende stap: het ook daadwerkelijk regelen. Dat is weer een heel ander chapiter. Je kunt wel iets roepen, maar als je niet de instrumenten aangrijpt om sturing te geven (klik hier voor een veelgedeeld artikel hierover), verandert er niets omdat je doet wat je altijd al deed. Tot nu toe zijn dat soort acties achterwege gebleven in onze gemeente. En dus moet er met veel pijn, moeite en ongemakkelijke gesprekken met partijen onderhandeld worden over een aandeel sociale huurwoningen in de plannen of over maximum verkoopprijzen. Dat kost veel tijd en tijd is nu juist iets wat we ons niet kunnen veroorloven.
Iedereen is gebaat bij een helder beleid, vlotte besluitvorming en een gezonde woningmarkt. Maar er zal nog heel wat water door de Rips stromen voordat we op dat punt zijn, vrees ik. Betaalbare woningbouw: een schoolvoorbeeld van makkelijker gezegd dan gedaan.
In een van mijn vorige blogs deed ik nog een stoere duiding van de verkiezingsuitslag, en mijns inziens klopt die nog steeds. Ik eindigde toen ook met de wens dat er vanaf nu vooruit gekeken wordt en geschiedenissen geschiedenissen worden gemaakt. Dat doen ze dan toch wel weer een stukje sneller dan ik had gedacht, waarvoor hulde. Er is een fraai staaltje over-eigen-schaduwen-springen getoond. Uiteraard naar eigen zeggen in het belang van Gemert-Bakel, maar hoe vaak wordt het eigen belang wel niet in termen van algemeen belang verwoord? Het zit er natuurlijk altijd wel bij, want macht (aandacht) en overleven zijn begrippen die met het politieke spel verweven zijn. Maar in dit geval heb ik toch de neiging om te geloven dat de ‘brede coalitie’ en de mix van ervaring en nieuw ook echt als beste oplossing voor de problemen en uitdagingen wordt gezien.
Tevreden
Ik ben het daar ook wel mee eens. De bijtende discussies van de afgelopen tijd, de jijbakken en oorwasserijen van een jaar of drie geleden, het geeft lekkere televisie op de lokale omroep, maar het is ook tegelijk tenenkrommend en a-productief. DĂĄt leek iedereen gaandeweg ook wel in te zien, met als bewijs deze coalitie. Zoals Hans Teeuwen ooit zei: “De rust keert weder in mijn nederige houthakkersstulpje”. Daar lijkt het althans op. Voor alle mensen die betrokken zijn bij de ontwikkelingen in de gemeente (als ambtenaar, politicus, ontwikkelaar, adviseur, ondernemer, inwoner enz.) is het zĂł veel prettiger als er een positieve stroom is. Dan bereik je wat, dan wil iedereen bij je horen, dan los je problemen op. Dat is overigens een universele wijsheid.
Ik wens het nieuwe college van Gemert-Bakel oprecht alle goeds toe.
Daar stonden we in het gemeentehuis, te kijken hoe het CDA een absolute meerderheid ging halen. 12 zetels werd doorgegeven en het werd flink warmer in de zaal. Wat gebeurde hier? Noord-Korea aan De Rips, zei ik al. Die vreemde situatie (want dat zou het zijn) kwam in de einduitslag niet meer terug -het bleek een foutje te zijn geweest-, maar de tendens was duidelijk: CDA wint fors, Lokale Realisten verliezen fors. De duidingen buitelden over elkaar heen, en ik doe daar graag aan mee. De uitslag was logisch en verwacht.
Het Ăs niet de inhoud
Ik sprak een vertegenwoordiger van de Dorpspartij en die kon er niet over uit. Het ging volgens hem goed fout met de landbouw als we zo door gingen, dan moet je niet op het CDA stemmen. Hij ziet alleen niet dat het daar helemaal niet over ging deze keer. Volgens mij niet althans. Het ging om houding, om hoe je met elkaar omgaat. Het college dat er nu nog zit is in mijn ogen veel te lang blijven hangen in de jaren van rancune, de jaren van terugkijken en terugslaan. Met de beste bedoeling om het beter te doen, maar de mensen houden daar niet van. Je mag best even afreageren op de oude heersers, maar dan moet je aan de slag. Vooruit. Het laatste jaar kwam dat wat meer uit de verf, maar in de campagne trof ik het spook van de negativiteit in een paar advertenties en debatten toch weer aan. En negativiteit is uit.
Vernieuwd
Wat zette het CDA, de grote uitdager van de Realisten, daar tegenover? Een vernieuwde lijst, met een nieuwe lijsttrekker. Net op tijd, of precies op tijd, het is maar hoe je het ziet. Met een boodschap van vooruit kijken, actie, en kansen. Wat dat inhoudelijk waard is zal gaan blijken en ze zullen het moeten waarmaken, maar uit oogpunt van verkiezingsstrategie welhaast briljant. Zo zie je maar: vier jaar geleden zat het CDA in de campagnetijd in het verdomhoekje (ik herinner me nog hun donkergrijze foto’s op de borden versus de gelikte folders en glanzende spandoeken van de Realisten), nu is het stuivertje wisselen.