Tagarchief: vrijheid

De gemeente als regisseur: vasthouden of loslaten?

Het is dé hedendaagse worsteling van gemeenten en initiatiefnemers: hoe geven we inhoud aan de regisseursrol van de gemeente? De regisseur als begrip werd populair toen het gemeentelijk budget en het personeelsbestand in de voorbije jaren snel slinkten. De gemeente had geen mensen en geen geld meer om overal de kar te trekken en zou zich nog beperken tot de ‘regisseursrol’ en het initiatief vooral aan de markt en de burgerij overlaten. Los van de min of meer praktische noodzaak is dat ook best een nobele opvatting.

Regisseurs

Maar ja, dat kun je roepen, en dan moet het uitgevoerd worden. En hoe doe je dat? Je hebt als gemeente jarenlang vastgehouden, nu moet je loslaten. Eng. Wat als er iets gebeurt dat je niet welgevallig is? De gemeente is er hoe dan ook voor de controle dat het goed komt én (en dit geldt vooral denk ik) wordt er ook op aangesproken als dat niet het geval is. Je kunt het toch niet compleet aan de burgers overlaten, dat heeft het verleden wel bewezen. Geef ze een vinger……

Maar als die angst doorschiet wordt de initiatiefnemer overstelpt met randvoorwaarden en toetsing van plannen die elke eigen inbreng toch weer reduceert tot precies dat, wat de gemeente wil. Zo kan ik ook regisseur zijn.

Er zijn ook verschillende typen regisseurs. Je hebt er die er heel strak op zitten, waarbij de bewegingen van de acteurs nauwgezet worden voorgedaan en alle takes minstens twintig keer over moeten. Je hebt ook regisseurs die de acteurs ‘vrij laten’ en ‘in hun kracht zetten’ zodat het creatief proces vanzelf zorgt voor een goede film. Wat is de beste methode? Van de acteurs krijgen we helaas geen waarheidsgetrouwe informatie vrees ik, want elke regisseur met wie ze werken is fan-tás-tisch! Misschien is “regisseur” dus ook wel niet zo’n goede term.

Lloret de Mar

Ik denk eerder aan een andere metafoor, een beeld dat we de afgelopen maanden weer om ons heen hebben gezien. De tiener die voor het eerst met vrienden naar Lloret de Mar gaat. Ai. Dat kan goed fout gaan. Maar iedereen weet: eens komt dat moment. Je had hem zo goed vast en nu moet je hem loslaten. Met de bus. Vrienden. Zon. Drank. Strand. De Liefde. Het beste -nee: het enige- wat pap en mam kunnen doen is hun kind wijzen op de gevaren, de lessen uit de opvoeding nog eens neerleggen en dan toch ook vooral heel veel plezier wensen. Wetend dat hij of zij tenminste íets zal doen wat niet mag, nauwelijks door de beugel kan of niet verstandig is. Maar ja, dat hoort bij het proces. Is het erg? Als je zoon niet in de gevangenis terecht komt, de borg voor de hotelkamer terug heeft en het ook nog eens ontzettend gaaf heeft gehad, moet je dan meer willen?

Het is denk ik geen kwestie van vasthouden óf loslaten. Het is omarmen én loslaten. Hier jongen, let hier en daar op, je weet zelf ondertussen wel wat goed voor je is en wat niet. Ik heb vertrouwen in je. We zien je verhalen graag tegemoet. Have fun!

Is dat nou geen mooi beeld voor de samenwerking tussen gemeente en initiatiefnemers? Vergeet vasthouden óf loslaten: omarmen én loslaten, ik denk dat het kan werken.

Mijn vrijheid

Het is één van de meest genoemde voordelen van het zelfstandig ondernemerschap: de vrijheid. De vrijheid om te doen wat je wilt wanneer je het wilt, de vrijheid om je eigen keuzes te maken, de vrijheid om je eigen koers te bepalen. Geen bazen, geen grenzen. Tot op zekere hoogte klopt dat, maar ik kijk er toch ook iets genuanceerder tegenaan. In veel gevallen ben je namelijk helemaal niet vrij. Je hebt verschillende rollen, en dat brengt nieuwe grenzen met zich mee.

De klant

Wie betaalt, bepaalt. Een oud en nuttig gezegde. Het komt nog regelmatig van pas, en het is ook nog een terechte uitspraak ook. Je luistert naar je klant of opdrachtgever, bedient hem van een welgemeend advies, maar als puntje bij paaltje komt voer je uit wat hij of zij wil. Je bent afhankelijk van hem om je geld te verdienen, en dus kun je je niet alles permitteren. Geen eigengereide dingen doen of zeggen, wel degelijk die avond doorwerken omdat hij het vraagt. Dat is toch iets anders dan de vrijheid zoals eerder geschetst. Het is niet erg, maar als ik dat wel zou vinden kijk ik wel drie keer uit voordat ik dat ook laat weten. Het zou eerder schaden dan baten.

De gemeente

In mijn geval ben ik ook nog eens een adviseur, die veel met andere partijen te maken heeft. Partijen zoals de gemeente. De gemeente bestaat uit mensen en met die mensen moet ik meer dan eens samenwerken. Want ik ben er niet alleen voor die ene klant, maar ook voor anderen. Je wilt, kortom, op goede voet blijven en een prettige gesprekspartner blijven. Dat is althans mijn idee daarvan. Je bereikt er het meeste mee, ook voor de opdrachtgever. Niet dat dat betekent dat je altijd poeslief moet zijn, zeker niet, maar rücksichtslos ten strijde trekken, alle schepen achter je verbrandend voor die ene zaak, dat lijkt mij onverstandig. Er zijn meerdere wegen naar Rome. Je bent vrij om jouw weg te kiezen natuurlijk, maar denk je even verder na dan wordt de vrijheid wel begrensd door de rede.

Ik als burger

Vroeger was ik ambtenaar. Wat betreft de vrijheid om te zeggen wat je denkt was dat een heldere situatie: ik kon lang niet altijd zeggen wat ik dacht. Mijn speelruimte werd gedefinieerd door de politieke werkelijkheid van mijn bazen. Ik heb het nooit als juk ervaren, maar het leek mij wel lekker dat die grenzen zouden wegvallen. Ik droomde van ronkende columns in het huis-aan-huisblad, en barricades om op te gaan staan. Maar ook dat komt er niet van. Ten eerste zit ik zo niet in elkaar, maar ook zou ik er last van kunnen krijgen in mijn andere rollen.

Toch vind ik dat ik hierin wat meer mag dan voorheen. Dat het me niet verweten mag worden als ik er iets van zeg wanneer het me niet zint. Zo heb ik gisteren een rechtstreekse mail gestuurd naar de wethouder in onze gemeente over een stukje dorp dat er belabberd bij ligt op het moment. Ik stoorde me er al een tijdje mateloos aan, en gisteren moest het er even uit. Is een mail aan de wethouder de goede weg? Moet het niet via de geijkte kanalen (wat ik zelf altijd zo bepleit)? Nee, dacht ik. Ik ben óók een burger. Met een mening, misschien zelfs een gevoel. En de politicus zit er voor mij. Ik heb de vrijheid om me te laten horen.

Nog dezelfde dag (ja mensen, dezélfde dag!) kreeg ik antwoord. Niet van de wethouder vanwege haar vakantie, maar van een ambtenaar. Een bevredigend antwoord ook nog. Kom daar nog maar eens om!

Succesvolle mensen durven meestal meer. Die doen of zeggen gekke dingen, gaan door muren heen en slechten heilige huisjes. Die pákken hun vrijheid. Misschien mag ik wat minder genuanceerd worden.